ECLI:NL:GHSGR:2008:BG7263

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
28 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-002006-08
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herhaalde overtredingen van rijontzegging en verstrekking van valse identiteitsgegevens

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 november 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht. De verdachte, geboren in Turkije in 1976, is beschuldigd van het herhaaldelijk besturen van een auto terwijl hem een ontzegging van de rijbevoegdheid was opgelegd. Gedurende een periode van acht maanden heeft de verdachte drie keer de verkeersregels overtreden door een voertuig te besturen, ondanks de rechterlijke uitspraak die hem deze bevoegdheid ontzegd had. Daarnaast heeft hij bij controle door opsporingsambtenaren steeds valse identiteitsgegevens verstrekt, in een poging zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid te ontlopen.

In eerste aanleg is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en tot drie geldboetes van elk EUR 190,00. Het hof heeft de feiten die in de dagvaardingen zijn opgenomen, van een doorlopende nummering voorzien en deze nummering in het arrest aangehouden. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte heeft veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden en de eerder opgelegde geldboetes heeft bevestigd. De verdachte heeft blijk gegeven van een herhaaldelijke negering van rechterlijke uitspraken, wat de ernst van de feiten onderstreept.

De strafmotivering is gebaseerd op de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die in schuldsanering verkeert. Het hof heeft rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte en bepaald dat de geldboetes in termijnen mogen worden voldaan. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. Bijloos, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002006-08
Parketnummers: 11-800084-08, 11-800085-08 en 11-800096-08
Datum uitspraak: 28 november 2008
VERSTEK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
Meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Dordrecht van
10 april 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum] 1976,
adres: [adres]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 28 november 2008.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaardingen, waarvan kopieën in dit arrest zijn gevoegd. Het hof heeft de feiten die in deze dagvaardingen zijn opgenomen van een doorlopende nummering voorzien.
Het zal die nummering in dit arrest aanhouden.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 3 en 5 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Ter zake van de onder 2, 4 en 6 ten laste gelegde overtredingen is de verdachte veroordeeld tot drie geldboetes van elk EUR 190,--, subsidiair drie dagen hechtenis, waarbij is bepaald dat het totaalbedrag van de geldboetes in vier maandelijkse gedeelten van elk
EUR 142,50 mag worden voldaan.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. hij op 15 januari 2008 te Zwijndrecht, terwijl hij wist dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de Burgemeester Jansenlaan, een motorrijtuig (personenauto) heeft bestuurd;
2. hij op 15 januari 2008 te Zwijndrecht, toen een opsporingsambtenaar hem als verdachte van een strafbaar feit naar zijn identiteitsgegevens vroeg, aan die opsporingsambtenaar een andere dan zijn werkelijke naam en voornaam en geboortedatum en adres heeft opgegeven;
3. hij op 25 september 2007 te Dordrecht, terwijl hij wist dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, het Bagijnhof, een motorrijtuig (personenauto) heeft bestuurd;
4. hij op 25 september 2007 te Dordrecht, toen een opsporingsambtenaar hem als verdachte van een strafbaar feit naar zijn identiteitsgegevens vroeg, aan die opsporingsambtenaar een andere dan zijn werkelijke voornaam en geboortejaar en woonstraat en woonplaats heeft opgegeven;
5. hij op 12 mei 2007 te Zwijndrecht, terwijl hij wist dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de Warmoeziersstraat, een motorrijtuig (personenauto) heeft bestuurd;
6. hij op 12 mei 2007 te Zwijndrecht, toen een opsporingsambtenaar hem als verdachte van een strafbaar feit naar zijn identiteitsgegevens vroeg, aan die opsporingsambtenaar een andere dan zijn werkelijke geboortedatum en woonstraat en postcode en woonplaats heeft opgegeven.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1, 3 en 5 bewezen verklaarde:
Overtreding van artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde:
Door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam, geboortedatum, adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven of woon- of verblijfplaats opgeven;
Ten aanzien van het onder 4 bewezen verklaarde:
Door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse voornaam, geboortedatum, adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven of woon- of verblijfplaats opgeven;
Ten aanzien van het onder 6 bewezen verklaarde:
Door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse geboortedatum, adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene staat ingeschreven of woon- of verblijfplaats opgeven.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. Hij is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft binnen een tijdsbestek van slechts ongeveer acht maanden drie maal een auto bestuurd, terwijl hij wist dat hem bij rechterlijke uitspraak een ontzegging van de rijbevoegdheid was opgelegd. Zodoende heeft hij er blijk van gegeven rechterlijke uitspraken naar believen te negeren. Nadat hij voor de genoemde feiten was staande gehouden, heeft de verdachte steeds valse identiteitsgegevens aan de betreffende verbalisanten verstrekt. Hierdoor heeft hij getracht zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid voor het rijden tijdens een ontzegging te ontlopen en de controle op strafbare feiten gefrustreerd.
Blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 20 november 2008, is de verdachte vóór het begaan van de onderhavige feiten meermalen veroordeeld, onder meer ter zake van overtreding van artikel 9, eerste lid, WVW 1994 en het opgeven van valse identiteitsgegevens.
Het hof is van oordeel dat ten aanzien van de feiten
1, 3 en 5 een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt. Ter zake van de onder 2, 4 en 6 bewezen verklaarde overtredingen zijn naar 's hofs oordeel geldboetes van na te melden hoogte passend en geboden.
Bij de vaststelling van de geldboetes is rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte, die ter terechtzitting in eerste aanleg heeft verklaard dat hij in de schuldsanering zit. Gelet op de draagkracht zal het hof bepalen dat de verdachte de geldboete in termijnen kan betalen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23 (oud), 24 (oud), 24a (oud), 24c (oud), 57 (oud), 62, 63 en 435 (oud) van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 (oud), 176 (oud) en 178 van de Wegenverkeerswet 1994.
BESLISSING (bij verstek)
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is ten laste gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezen verklaarde.
Ten aanzien van het onder 1, 3 en 5 bewezen verklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
5 (vijf) maanden.
Bepaalt dat een op 3 (drie) maanden bepaald gedeelte van de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een geldboete van EUR 190,00 (honderdnegentig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 (drie) dagen.
Ten aanzien van het onder 4 bewezen verklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een geldboete van EUR 190,00 (honderdnegentig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 (drie) dagen.
Ten aanzien van het onder 6 bewezen verklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een geldboete van EUR 190,00 (honderdnegentig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 (drie) dagen.
Bepaalt dat het totale bedrag van de opgelegde geldboetes mag worden voldaan in 3 (drie) opéénvolgende maandelijkse gedeeltes van elk EUR 190,--.
Dit arrest is gewezen door mr. L.A.J.M. van Dijk,
mr. Chr.A. Baardman en mr. A.W.M. Bijloos, in bijzijn van de griffier mr. W.R. van Hattum.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 november 2008.
mr. Bijloos is buiten staat dit arrest te ondertekenen.