ECLI:NL:GHSGR:2008:BD7109
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Th.W.H.E. Schmitz
- J.H.W. de Planque
- J.A. van Kempen
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschil tussen Makelaardij [X] B.V. en de Gemeente Papendrecht over beëindiging huurovereenkomst
In deze zaak gaat het om een huurrechtelijk geschil tussen Makelaardij [X] B.V. en de Gemeente Papendrecht. De huurovereenkomst tussen Makelaardij [X] en Bouwbedrijf en exploitatiemaatschappij [Y] B.V. werd in 1992 aangegaan voor een periode van vijf jaar, met een automatische verlenging van een jaar, waarbij de huurder zich verplichtte mee te werken aan ontruiming. De Gemeente verwierf in 2002 het gehuurde pand en zegde de huurovereenkomst op per 1 april 2003, met als reden de voorgenomen amovatie in het kader van centrumontwikkelingsplannen. Makelaardij [X] verzocht de kantonrechter om de ontruimingstermijn te verlengen, maar dit verzoek werd afgewezen.
In hoger beroep vorderde Makelaardij [X] schadevergoeding op grond van artikel 7:309 BW, maar het hof oordeelde dat de kans dat de huurverhouding zonder de eigendomsoverdracht zou hebben voortgeduurd nihil was. Het hof concludeerde dat Makelaardij [X] op de hoogte was van de plannen voor het perceel en dat de investeringen die zij had gedaan, voor haar rekening en risico kwamen. De grieven van Makelaardij [X] werden verworpen, en het hof bevestigde het oordeel van de kantonrechter dat er geen aanspraak op schadeloosstelling bestond.
Het hof oordeelde verder dat de Gemeente niet in strijd had gehandeld met haar verplichtingen als verhuurder, en dat de kosten voor de gemachtigde van de Gemeente niet op nihil gesteld konden worden. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Het arrest werd uitgesproken op 10 juli 2008.