ECLI:NL:GHSGR:2008:BD3718

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
30 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-006476-07
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens onjuiste vertegenwoordiging

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 30 mei 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. Het hoger beroep was ingesteld door een ambtenaar bij de centrale balie van de rechtbank, die daartoe schriftelijk was gemachtigd door de raadsman van de verdachte. De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting gevorderd dat het hof de verdachte niet ontvankelijk zou verklaren in het hoger beroep.

Het hof heeft vastgesteld dat de wijze waarop het hoger beroep is ingesteld niet voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 449 en 450 van het Wetboek van Strafvordering. Deze artikelen stellen eisen aan de vertegenwoordiging van de verdachte bij het instellen van hoger beroep. Aangezien de ambtenaar niet als rechtsgeldige vertegenwoordiger kan worden aangemerkt, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet ontvankelijk is in het hoger beroep.

De beslissing van het hof is genomen in een meervoudige kamer voor strafzaken en is uitgesproken op de openbare terechtzitting. Het hof heeft de verdachte, bij verstek, niet ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, waarmee de eerdere uitspraak van de politierechter in stand blijft.

Uitspraak

Rolnummer: 22-006476-07
Parketnummer: 09-118389-04
Datum uitspraak: 30 mei 2008
VERSTEK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
Meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 7 april 2005 in de strafzaak tegen de verdachte:
[PERSONALIA VERDACHTE]
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 30 mei 2008 gevorderd dat het hof de verdachte niet ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hoger beroep is namens de verdachte ingesteld door een – daartoe door de raadsman van de verdachte schriftelijk gemachtigde – ambtenaar bij de centrale balie van de rechtbank ’s-Gravenhage. Nu zulks niet voldoet aan één van de voorwaarden van de artikelen 449 en 450 van het Wetboek van Strafvordering voor de juiste wijze van het instellen van hoger beroep, zal de verdachte niet ontvankelijk worden verklaard in het namens hem ingestelde appel.
BESLISSING (bij verstek)
Het hof:
Verklaart de verdachte niet ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. H.M.A. de Groot,
mr. G.J.W. van Oven en mr. J.W. Klein Wolterink, in bijzijn van de griffier mr. W.R. van Hattum.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 30 mei 2008.