ECLI:NL:GHSGR:2008:BD3718
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- H.M.A. de Groot
- G.J.W. van Oven
- J.W. Klein Wolterink
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens onjuiste vertegenwoordiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 30 mei 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. Het hoger beroep was ingesteld door een ambtenaar bij de centrale balie van de rechtbank, die daartoe schriftelijk was gemachtigd door de raadsman van de verdachte. De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting gevorderd dat het hof de verdachte niet ontvankelijk zou verklaren in het hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat de wijze waarop het hoger beroep is ingesteld niet voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 449 en 450 van het Wetboek van Strafvordering. Deze artikelen stellen eisen aan de vertegenwoordiging van de verdachte bij het instellen van hoger beroep. Aangezien de ambtenaar niet als rechtsgeldige vertegenwoordiger kan worden aangemerkt, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte niet ontvankelijk is in het hoger beroep.
De beslissing van het hof is genomen in een meervoudige kamer voor strafzaken en is uitgesproken op de openbare terechtzitting. Het hof heeft de verdachte, bij verstek, niet ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, waarmee de eerdere uitspraak van de politierechter in stand blijft.