ECLI:NL:GHSGR:2008:BD1835
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- G.J.W. van Oven
- J.W. Klein Wolterink
- M.F.L.M. van der Grinten
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vervolging wegens onttrekking aan het verkeer van een inbeslaggenomen hond
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 25 april 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank te Rotterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van EUR 250,--, subsidiair 5 dagen hechtenis, en de inbeslaggenomen hond zou aan het verkeer worden onttrokken. De verdediging heeft echter in hoger beroep betoogd dat de hond die door deskundigen was bekeken, mogelijk niet dezelfde was als de hond die in beslag was genomen. Dit leidde tot een verzoek om contra-expertise aan de rechter-commissaris. Het hof oordeelde dat de beslissing om de hond te vernietigen, voordat het hoger beroep was behandeld, de belangen van de verdachte ernstig schaadde. Het hof benadrukte dat het Openbaar Ministerie had gehandeld in strijd met de beginselen van een goede procesorde door de hond te laten afmaken, terwijl er nog een rechtszaak aanhangig was. Het hof verklaarde het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachte, en vernietigde het vonnis waarvan beroep. Het hof deed opnieuw recht, waarbij het belang van de verdachte en de noodzaak van een zorgvuldige behandeling van de zaak voorop stonden.