ECLI:NL:GHSGR:2008:BD1819
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.V. van den Berg
- G. Dulek-Schermers
- M. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Verplichtingen bij bestemmingswijziging en uitkering depotbedrag bij erfpachtverkoop
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Ontwikkelingsmaatschappij De Gouwe Geit B.V. en twee geïntimeerden, [H] en Ontwikkelingsmaatschappij [Naam] B.V., over de verplichting tot betaling van een depotbedrag van ƒ 200.000,- na de verkoop van een erfpachtsrecht op een perceel grond. De Gouwe Geit, als appellante, vorderde dat de rechtbank zou verklaren dat er geen verplichting bestond tot betaling van het depotbedrag aan [H], en dat het bedrag aan haar zou worden uitgekeerd. De rechtbank verklaarde De Gouwe Geit niet-ontvankelijk in haar vordering jegens [H] en wees de vordering jegens [de ontwikkelingsmaatschappij] af.
De zaak betreft een leveringsakte waarin [H] als verkoper en [de ontwikkelingsmaatschappij] als koper zijn aangeduid. In de akte is bepaald dat de koper, na het realiseren van een bestemmingswijziging en het verkrijgen van de benodigde bouwvergunningen, een bedrag van ƒ 200.000,- aan de verkoper verschuldigd is. Indien de bestemmingswijziging niet voor een bepaalde datum is gerealiseerd, kan de verkoper geen rechten meer ontlenen aan deze bepaling. De Gouwe Geit heeft de zaak in hoger beroep gebracht, waarbij zij vier grieven heeft aangevoerd tegen het vonnis van de rechtbank.
Het hof heeft de grieven van De Gouwe Geit beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat De Gouwe Geit niet-ontvankelijk is in haar vorderingen. De verplichting tot betaling van het depotbedrag kan pas plaatsvinden na overlegging van een onherroepelijke uitspraak die bevestigt dat er geen verplichting is tot betaling aan een andere rechthebbende. Aangezien deze voorwaarde niet is vervuld, zijn de grieven afgewezen en is het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De Gouwe Geit is bovendien veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.