ECLI:NL:GHSGR:2008:BC9358
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij vechtpartij met messteken
In deze zaak gaat het om een vechtpartij die plaatsvond in de nacht van 25 april 2004, na afloop van een bruiloftsfeest. Tijdens deze vechtpartij, waarbij meerdere personen betrokken waren, is het slachtoffer, [geïntimeerde], met een mes gestoken. De appellant, [appellant], is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin hij aansprakelijk werd gesteld voor de schade die [geïntimeerde] had geleden als gevolg van de steekwonden. De rechtbank had geoordeeld dat [appellant] op grond van artikel 6:166 BW (groepsaansprakelijkheid) aansprakelijk was voor de schade, omdat hij een bijdrage had geleverd aan de vechtpartij en er sprake was van gezamenlijk optreden.
Het hof heeft de feiten vastgesteld en geconcludeerd dat de vechtpartij bestond uit duwen, trekken, slaan en schoppen. Het hof oordeelde dat [appellant] niet zonder meer kon begrijpen dat de vechtpartij het gevaar met zich meebracht dat iemand met een mes zou steken. Het hof kwam tot de conclusie dat de rechtbank een onjuist oordeel had geveld over de aansprakelijkheid van [appellant]. De grief van [appellant] werd gegrond verklaard, en het hof besloot dat [geïntimeerde] bewijs moest leveren van zijn stelling dat [appellant] hem met een mes had gestoken. De zaak werd verwezen naar de rol van 15 mei 2008 voor verdere behandeling.
De uitspraak benadrukt de nuances van groepsaansprakelijkheid en de vereisten die aan de aansprakelijkheid van een deelnemer aan een vechtpartij worden gesteld. Het hof heeft de zaak niet definitief beslecht, maar heeft [geïntimeerde] de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren van zijn claims.