ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8700
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Otto Tromp
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen wegens privégebruik auto
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 7 maart 2008 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende tegen de beslissing van de Inspecteur inzake de aan haar opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen voor het jaar 2002. De eerste mondelinge behandeling vond plaats op 18 augustus 2006, waarbij belanghebbende en haar bijstand Y aanwezig waren, evenals mevrouw P namens de Inspecteur. Na het indienen van nadere stukken door belanghebbende en de schriftelijke reactie van de Inspecteur, volgde een tweede mondelinge behandeling op 22 februari 2008, waar wederom belanghebbende, haar bijstand Y, mevrouw P en Q aanwezig waren.
De zaak draait om de vraag of belanghebbende voldoende bewijs heeft geleverd dat zij de auto, die door haar werkgever ter beschikking was gesteld, voor minder dan 500 kilometer voor privé-doeleinden heeft gebruikt. De Inspecteur had een voordeel van € 8.500 vastgesteld op basis van de catalogusprijs van de auto, terwijl belanghebbende stelde dat haar privégebruik aanzienlijk lager was. De rittenregistratie die belanghebbende had bijgehouden voldeed echter niet aan de eisen zoals gesteld in de Uitvoeringsregeling IB 2001, en het Hof oordeelde dat er aan de materiële juistheid van de registratie getwijfeld moest worden.
Het Hof concludeerde dat belanghebbende niet in haar bewijsvoering was geslaagd en dat de rittenregistratie niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De uitspraak van het Hof was dat het beroep ongegrond werd verklaard, en er werd geen partij in de proceskosten veroordeeld. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en het Hof heeft aangegeven dat de mondelinge uitspraak kan worden vervangen door een schriftelijke uitspraak, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om hun cassatiegronden aan te vullen.