ECLI:NL:GHSGR:2008:BC6231
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.M. van der Klooster
- K.I. Hilberts-de Jong
- B. Wessels
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling en de gevolgen voor faillissement
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 5 februari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellante, die in Rotterdam woont. De rechtbank had op 9 maart 2006 een definitieve schuldsaneringsregeling uitgesproken, maar deze werd op 8 oktober 2007 beëindigd op voordracht van de rechter-commissaris. De appellante heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij haar gronden aanvulde in november 2007. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 januari 2008 heeft de appellante, bijgestaan door haar advocaat, haar standpunten toegelicht. De bewindvoerder heeft het hof geadviseerd het vonnis van de rechtbank te bekrachtigen, omdat hij geen verbeteringen in de situatie van de appellante verwachtte.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellante niet aan haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling heeft voldaan. Zij heeft onvoldoende aangetoond dat zij actief heeft gesolliciteerd naar een voltijdse baan, en haar excuses voor het ontbreken van bewijsstukken werden als ontoereikend beschouwd. De appellante had niet alleen de verplichting om te solliciteren, maar ook om haar bewindvoerder en het hof op de hoogte te houden van haar inspanningen. Het hof oordeelde dat de appellante onvoldoende initiatief heeft getoond en dat er nieuwe schulden zijn ontstaan tijdens de schuldsaneringsregeling.
De uitspraak van het hof verduidelijkt dat bij beëindiging van de schuldsaneringsregeling, indien de schuldenaar niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, er alleen sprake is van faillissement van rechtswege als er baten zijn om aan schuldeisers uit te keren. In dit geval was er geen sprake van baten, waardoor de appellante niet van rechtswege in staat van faillissement verkeert. Het hof heeft het bestreden vonnis deels vernietigd, maar de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling bekrachtigd.