ECLI:NL:GHSGR:2008:BC3747
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.H. van Coeverden
- M.J. van der Ven
- J.W. van Rijkom
- Rechtspraak.nl
Recht op aanvullende uitkering uit CAO bij arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 25 januari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van een aanvullende uitkering voor een werknemer die arbeidsongeschikt was. De werknemer, hierna te noemen [Werknemer], had een vordering ingesteld tegen de Centrale Organisatie Werk en Inkomen (CWI), rechtsopvolger van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, over de toekenning van een aanvullende uitkering op basis van de CAO. Het hof verwijst naar een eerder tussenarrest van 30 maart 2007, waarin bewijs was opgedragen aan [Werknemer]. Tijdens de procedure heeft [Werknemer] gesteld dat haar arbeidsongeschiktheid mogelijk het gevolg was van een besmetting met Rickettsia conori, die zij zou hebben opgelopen tijdens haar werkzaamheden voor de Arbeidsvoorziening, waar zij in contact kwam met asielzoekers.
Het hof heeft vastgesteld dat [Werknemer] niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de besmetting daadwerkelijk tijdens haar werkzaamheden heeft plaatsgevonden. Er zijn verschillende mogelijke besmettingsbronnen genoemd, waaronder contacten buiten het werk en vakanties in risicolanden. Het hof oordeelt dat de eerdere toezeggingen van de Arbeidsvoorziening aan [Werknemer] over de aanvullende uitkering niet bindend zijn, omdat deze niet zijn gedaan na de datum waarop de Arbeidsvoorziening haar beslissing over de uitkering heeft genomen. Desondanks heeft het hof geoordeeld dat [Werknemer] recht heeft op de aanvullende uitkering voor de periode van 1 augustus 2002 tot 7 mei 2003, omdat de Arbeidsvoorziening niet tijdig heeft gecommuniceerd dat zij niet aan de criteria voldeed voor de uitkering.
Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de rechtbank en kent [Werknemer] de gevorderde aanvullende uitkering toe, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie van werkgevers over uitkeringsrechten en de noodzaak voor werknemers om bewijs te leveren voor hun claims.