ECLI:NL:GHSGR:2008:BC2766

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
28 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2200007506
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens valselijk opmaken van een jaarrekening

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 januari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 23 december 2005. De verdachte, geboren in Suriname in 1948, was beschuldigd van het valselijk opmaken van een jaarrekening. Tijdens de rechtszittingen op 6 december 2007 en 14 januari 2008 is het hof tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De zaak draaide om een overboeking van EUR 20.000 van de bankrekening van [bedrijf C.] naar [bedrijf B.], waarvan de herkomst en het doel onduidelijk bleven. De verdachte verklaarde dat de wijziging in de jaarrekening een concept betrof dat nog niet officieel was vastgesteld. Het hof oordeelde dat, hoewel er aanwijzingen waren dat de jaarrekening niet correct was, het niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had begaan. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De advocaat-generaal had eerder een gevangenisstraf van één maand voorwaardelijk en een geldboete van EUR 10.000 geëist, maar het hof verwierp deze vordering en vernietigde het eerdere vonnis.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000075-06
Parketnummer: 10-601139-05
Datum uitspraak: 28 januari 2008
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 23 december 2005 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1948,
[adres]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van
6 december 2007 en 14 januari 2008.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de tijd van één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en een geldboete van EUR 10.000,--, subsidiair 185 dagen hechtenis.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de tijd van één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en een geldboete van EUR 10.000,--, subsidiair 185 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Van de bankrekening van [bedrijf C.] is op 28 november 2002 een bedrag van EUR 20.000 overgemaakt naar de rekening van [bedrijf B.]. Uit het bankafschrift is geen doel van deze overmaking af te leiden. In het grootboek - hetwelk volgens verklaring van de verdachte op zijn kantoor wordt opgesteld - staat lening [C.] en lening [X]. Onduidelijk is gebleven wie de omschrijving "lening" aan deze overboeking heeft gegeven.
Hoewel uit de betrekkelijke tapgesprekken van 16 juli 2004 zou kunnen worden afgeleid dat uit de jaarrekening van [bedrijf B.] niet mocht blijken dat [C.] als geldlener werd vermeld, blijft de mogelijkheid open dat weliswaar een boeking via de rekening van [C.] is gedaan doch dat niet kan worden uitgesloten dat het geldbedrag zelf van een ander afkomstig is.
Voorts heeft de verdachte verklaard dat de wijziging die naar aanleiding van de genoemde telefoongesprekken is aangebracht een wijziging in de concept jaarrekening betrof aangezien de jaarrekening op dat moment nog niet officieel was vastgesteld.
Gelet op al het voorgaande acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. P.J. Wurzer,
mr. M.P.J.G. Göbbels en mr. C.M.P. Flint-Van Noort, in bijzijn van de griffier M. van der Mark.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 januari 2008.