ECLI:NL:GHSGR:2007:BC1173
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- C.G. Beyer-Lazonder
- M.J. van der Ven
- T.L. Tan
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over loonvordering na overgang van onderneming
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat [Werknemer] heeft ingesteld tegen de vonnissen van de rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, locatie Delft, betreffende een loonvordering na de overgang van een onderneming. [Werknemer] was in dienst bij [X], die op 1 juni 2002 de videotheek heeft verkocht aan [Partij A en B]. In de koopovereenkomst werd bepaald dat de arbeidsovereenkomsten van de werknemers niet werden overgenomen. [Werknemer] stelde zich echter op het standpunt dat hij op grond van artikel 7:662 e.v. BW in dienst was van [Partij A en B] en vorderde doorbetaling van zijn loon en vakantietoeslag. De rechtbank oordeelde dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was geëindigd en dat [Werknemer] recht had op loon, maar matigde de vordering tot zes maanden loon.
In hoger beroep heeft het hof de grieven van [Werknemer] beoordeeld. Het hof oordeelde dat de rechtbank de loonvordering ten onrechte had gematigd. Het hof stelde vast dat [Werknemer] zich vanaf 21 juni 2002 beschikbaar had gesteld voor arbeid en dat [Partij A en B] geen maatregelen hadden genomen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank voor wat betreft de matiging van de loonvordering en kende [Werknemer] het volledige loon toe over de periode van 21 juni 2002 tot 1 juli 2003. Daarnaast werd de wettelijke verhoging toegewezen, omdat [Partij A en B] het loon te laat hadden betaald. Het hof veroordeelde [Partij A en B] tot betaling van het achterstallige loon, vakantietoeslag en proceskosten. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Het hof concludeerde dat de grieven van [Werknemer] slagen en dat de eerdere oordelen van de rechtbank niet in stand konden blijven. De zaak benadrukt de rechten van werknemers bij de overgang van ondernemingen en de verplichtingen van nieuwe werkgevers met betrekking tot arbeidsovereenkomsten.