ECLI:NL:GHSGR:2007:BC1036
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- B.A. Stoker-Klein
- A.J.M. Kaptein
- G.J.W. van Oven
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van huiselijk geweld
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 21 december 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in Soedan in 1968, was in eerste aanleg veroordeeld voor mishandeling van zijn echtgenote, die aangifte had gedaan van huiselijk geweld. De verdachte ontkende de beschuldigingen en verklaarde dat hij zijn echtgenote slechts een duw had gegeven tijdens een ruzie, waarna zij tegen de bedrand viel.
Tijdens de zittingen in hoger beroep op 31 juli en 7 december 2007 heeft de aangeefster haar belastende verklaring grotendeels ingetrokken. Ze gaf aan dat zij zelf de ruzie had uitgelokt en spijt had van haar aangifte. De verdachte en de aangeefster verklaarden dat de ruzie was ontstaan door jaloezie en dat de aangeefster de verdachte had gebeten, wat leidde tot de verwondingen aan zijn hand. Het hof heeft de foto’s van het letsel van de aangeefster bekeken en vastgesteld dat deze niet volledig overeenkomen met de beschuldigingen van mishandeling.
Het hof oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastelegging van mishandeling. De omstandigheden waaronder de handelingen volgens de verklaringen van beide partijen hebben plaatsgevonden, leidden tot de conclusie dat er geen opzet op mishandeling was. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.