ECLI:NL:GHSGR:2007:BC0167
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van den Wildenberg
- M. Dusamos
- H. Husson
- Rechtspraak.nl
Relatieve bevoegdheid in verzoekschriftprocedure in hoger beroep met betrekking tot kinderalimentatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 24 oktober 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over de relatieve bevoegdheid in een verzoekschriftprocedure. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had op 14 augustus 2007 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te Breda van 15 mei 2007, waarin de kinderalimentatie was vastgesteld. De vader, verweerder in hoger beroep, was het niet eens met de bevoegdheid van het Gerechtshof 's-Gravenhage en verzocht om verwijzing naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft de vader in de gelegenheid gesteld om zijn standpunt over de relatieve bevoegdheid toe te lichten, waarop hij via een faxbericht op 6 september 2007 reageerde. Het hof overwoog dat volgens de regels van relatieve competentie in beginsel het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch bevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen, tenzij de andere echtgenoot of geregistreerde partner de bevoegdheid betwist. De moeder heeft niet gereageerd op het faxbericht van de vader. Het hof baseerde zijn beslissing op de Hoge Raad uitspraak van 27 januari 1984, waarin werd vastgesteld dat de beoordeling van de relatieve competentie in hoger beroep een kwestie van openbare orde is. Gezien deze overwegingen verklaarde het hof zich relatief onbevoegd en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere afdoening.