ECLI:NL:GHSGR:2007:BB9876
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Th.W.H.E. Schmitz
- M.A.F. Tan-de Sonnaville
- A.G. Beets
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een oneigenlijke dienstwoning in het kader van een arbeidsovereenkomst
In deze zaak gaat het om de ontruiming van een woning die door [De werknemer] werd bewoond in het kader van zijn arbeidsovereenkomst bij Ridderhaven Container Terminal B.V. (RTC). Vastned Industrial B.V. en Lancelot Land B.V. hebben de woning op 14 november 2005 verkocht en op 15 december 2005 geleverd aan Lancelot. [De werknemer] heeft de woning sinds 1996 bewoond zonder huur of vaste lasten te betalen, op basis van een beheersovereenkomst die op 1 februari 2004 inging. Deze overeenkomst werd op 29 november 2005 opgezegd, met de eis dat [De werknemer] de woning uiterlijk op 28 april 2006 zou ontruimen. Het hof oordeelt dat de woning als een dienstwoning moet worden aangemerkt, omdat er een duidelijk verband is tussen de beheerstaken van [De werknemer] en de bewoning van de woning. Het hof concludeert dat het wegvallen van de beheersfunctie na de verkoop van het bedrijfsterrein aan Lancelot betekent dat [De werknemer] geen recht meer heeft op bewoning van de woning. De grieven van [De werknemer] worden verworpen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter, waarbij [De werknemer] wordt veroordeeld in de proceskosten van de geïntimeerden.