ECLI:NL:GHSGR:2007:BB7084

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
12 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2200512806
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor opzetheling van een auto en diefstal van aluminium met bewijsverweren

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 12 september 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1962, was aangeklaagd voor diefstal door twee of meer verenigde personen en opzetheling van een auto. De feiten betroffen de diefstal van aluminium van een bedrijfsterrein en de opzetheling van een auto. Het hof heeft de bewijsverweren van de verdachte, die stelde dat hij te goeder trouw handelde, verworpen. Het hof oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de waarde van het aluminium en dat hij wist dat de auto gestolen was. De verdachte was eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat meegewogen werd in de strafmaat. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van voorarrest, en gelastte de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen. De uitspraak is gedaan na onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en hoger beroep, waarbij het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging heeft gehoord. De verdachte werd vrijgesproken van de diefstal van de personenauto, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij deze had gestolen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-005128-06
Parketnummer(s): 09-535505-06 en 09-528231-06
Datum uitspraak: 12 september 2007
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van
30 augustus 2006 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1962,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 24 april 2007 en 29 augustus 2007.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaardingen, zoals op de terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep op vordering van respectievelijk de officier van justitie en de advocaat-generaal gewijzigd.
Van de dagvaardingen en van de vorderingen wijziging tenlastelegging zijn kopieën in dit arrest gevoegd.
Het hof heeft de feiten die in deze dagvaardingen zijn opgenomen, van een doorlopende nummering voorzien.
Het zal die nummering in dit arrest aanhouden
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 subsidiair en 2 primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, onder de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften gegeven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, ressort Den Haag, zolang die instelling zulks nodig acht. Tevens zijn in eerste aanleg beslissingen genomen ter zake van de vordering van de benadeelde partij en de inbeslaggenomen goederen als nader in het vonnis omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Verzoek van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bij pleidooi een eerder ter terechtzitting gedaan en door het hof na beraad afgewezen verzoek om aanhouding van de zaak gehandhaafd voor het ter terechtzitting nogmaals, en nu met een met de beelden meelopende tijdregistratie, kunnen bekijken van beeldmateriaal van de beveiligings-camera’s van de garage. Gelet op hetgeen het hof hierna zal overwegen ter zake van het aan de verdachte onder 2 primair tenlastegelegde, is het hof van oordeel dat aan het verzoek van de raadsman - nu dat uitsluitend betrekking heeft op de bewijsvoering ten aanzien van het onder 2 primair tenlastegelegde - voorbij kan worden gegaan.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is op grond van de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep onvoldoende buiten gerede twijfel komen vast te staan dat het de verdachte is geweest die zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van de personenauto. Derhalve is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
(zie de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt)
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. Ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde overweegt het hof ten aanzien van de door de verdediging gestelde goede trouw van de verdachte met betrekking tot de aluminiumstrips, dat gelet op het tijdstip waarop de verdachte met de onbekend gebleven medeverdachte zich op het terrein bevond, en het feit dat hij, zoals hij ter terechtzitting in eerste aanleg zelf heeft verklaard, EUR 200,-- heeft betaald voor het aluminium, hetgeen naar het oordeel van het hof erop wijst dat de verdachte op de hoogte was van het feit dat het aluminium van enige waarde was, niet aannemelijk is geworden dat de verdachte zich werkelijk niet bewust is geweest van het feit dat hij het aluminium niet mocht meenemen.
Met betrekking tot het onder 2 subsidiair bewezenverklaarde verwerpt het hof het verweer, inhoudende, zakelijk weergegeven, dat de verdachte niet wederrechtelijk de gestolen personenauto voorhanden heeft gehad. Uit de verklaringen van de verdachte zelf, inhoudende dat hij wist wie de auto had gestolen, dat hij niet wilde vertellen wie dat was en dat alleen hij de auto zou kunnen terugbezorgen, hetgeen hij op 16 augustus 2006 heeft gedaan, daarbij beschikkend over de autosleutel, leidt het hof af dat de verdachte de gestolen personenauto in elk geval ook op 16 augustus 2006 voorhanden heeft gehad en bij het voorhanden krijgen wist dat de auto was gestolen.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 primair bewezenverklaarde:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van het onder 2 subsidiair bewezenverklaarde:
Opzetheling.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft aluminium weggenomen van een bedrijfsterrein. Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een auto. Dit zijn feiten die doorgaans onrustgevoelens en grote ergernis teweegbrengen bij de eigenaren, waarbij diefstal tevens financiële schade tot gevolg kan hebben en heling zorgt voor een bevordering van de criminaliteit.
Daarbij is de verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 14 augustus 2007, reeds vele malen eerder veroordeeld voor het plegen van soortgelijke en andersoortige strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof is van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van navermelde duur een passende en geboden reactie vormt.
Beslag
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot teruggave aan de verdachte van de voorwerpen, genummerd 1 tot en met 8 op de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen goederen.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, genummerd 1 tot en met 8 op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, zal het hof de teruggave gelasten aan verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 63, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar terzake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
4 (vier) maanden.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave van de voorwerpen, genummerd 1 tot en met 8 op de aan dit arrest gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, aan de verdachte.
Dit arrest is gewezen door mr. S.K. Welbedacht,
mr. J. Kramer en mr. S. van Dissel,
in bijzijn van de griffier mr. J.M.A. Timmer-Smeele.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 12 september 2007.