ECLI:NL:GHSGR:2007:BB5877
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.V. van den Berg
- A.H. de Wild
- G. Dulek-Schermers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de Wet voorkeursrecht gemeenten en vervreemding van percelen te Katwijk
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [appellant] en de Gemeente Katwijk over de vervreemding van twee percelen grond. [appellant] was in 2004 eigenaar van deze percelen, waarop de Gemeente op basis van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) een voorkeursrecht had gevestigd. Op 17 augustus 2004 heeft [appellant] de Gemeente geïnformeerd over zijn voornemen om de percelen te verkopen, en heeft hij de benodigde gegevens verstrekt. De Gemeente heeft op 8 oktober 2004 aangegeven in principe geïnteresseerd te zijn in de aankoop van de percelen.
Echter, na een brief van 20 december 2004 van de procureur van [appellant], waarin werd verzocht om advies van deskundigen over de prijs, ontstond er onduidelijkheid. De Gemeente heeft vervolgens op 21 januari 2005 beslag gelegd op de percelen en heeft [appellant] gedagvaard. De rechtbank heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de brief van 20 december 2004 niet als een verzoek om deskundigen te benoemen kon worden beschouwd, en heeft de vordering van de Gemeente toegewezen.
[Appellant] is in hoger beroep gegaan tegen dit vonnis. In hoger beroep heeft hij één grief ingediend, die door de Gemeente is bestreden. Het hof heeft geoordeeld dat [appellant] ontvankelijk is in zijn hoger beroep, omdat hij belang heeft bij de vernietiging van het vonnis, met name vanwege de proceskostenveroordeling. De grief van [appellant] faalde echter, omdat het hof het eens was met de rechtbank dat de brief van 20 december 2004 niet duidelijk genoeg was om als een verzoek om deskundigen te benoemen te worden aangemerkt. Het hof heeft het hoger beroep verworpen en [appellant] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.