ECLI:NL:GHSGR:2007:BB5049
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- H. Husson
- A. van Leuven
- Fockema Andreae-Hartsuiker
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep echtscheiding en pensioenverweer zonder nabestaandenvoorziening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin de echtscheiding tussen de vrouw en de man werd uitgesproken. De vrouw, die in België woont, heeft op 19 juni 2007 hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking, met als argument dat er geen adequate nabestaandenpensioenvoorziening door de man is getroffen. De man, wonende in Monaco, heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat de vrouw niet-ontvankelijk verklaard moet worden in haar hoger beroep, omdat er geen nabestaandenpensioen is opgebouwd tijdens hun huwelijk. Tijdens de zitting op 29 augustus 2007 is enkel de ontvankelijkheid van het hoger beroep behandeld. De vrouw is niet verschenen, terwijl de man en zijn procureur wel aanwezig waren. Het hof heeft overwogen dat, volgens vaste jurisprudentie, het hoger beroep slechts kan worden ingesteld op basis van bijzondere omstandigheden die de band tussen de echtscheiding en de verzochte nevenvoorzieningen herstellen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen nabestaandenpensioen is opgebouwd, zoals bevestigd door een verklaring van de financieel directeur van de vennootschap waar beide partijen werkzaam zijn. De man heeft bovendien mondeling bevestigd dat er geen nabestaandenvoorziening is aangekocht of opgebouwd. Gezien deze omstandigheden heeft het hof geoordeeld dat de vrouw geen rechtens belang heeft bij haar beroep tegen de echtscheiding, en heeft zij de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep voor zover het de echtscheiding betreft. De verdere behandeling van de zaak zal op een later moment plaatsvinden.