ECLI:NL:GHSGR:2007:BB2283
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.C.M. van Dijk
- A.A. Schuering
- Th. W.H.E. Schmitz
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en het verbod op het plaatsen van een schotelantenne in huurwoning
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 augustus 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen een huurder en de Stichting De Leeuw van Putten. De huurder had zonder toestemming van de Stichting een schotelantenne geplaatst op de door hem gehuurde woning, wat in strijd was met de algemene voorwaarden van de huurovereenkomst. De Stichting vorderde de verwijdering van de schotelantenne en kreeg in eerste aanleg gelijk, met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten. De huurder ging in hoger beroep, waarbij hij zich beriep op artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op vrije nieuwsgaring waarborgt. Hij stelde dat het verbod op het plaatsen van een schotelantenne zijn recht op vrije nieuwsgaring op een onaanvaardbare wijze beknotte.
Het hof oordeelde dat de Stichting zich te goeder trouw kon beroepen op het verbod in de algemene voorwaarden, mits dit verbod niet onredelijk bezwarend was voor de huurder. Het hof weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat er een redelijk alternatief voor de huurder beschikbaar is, namelijk het gebruik van een binnen schotelantenne. De huurder had geen toestemming gevraagd voor het plaatsen van de schotelantenne en had zich kunnen beperken tot een goedkopere oplossing. Het hof verwierp de grieven van de huurder en bekrachtigde het eindvonnis van de rechtbank, waarbij de huurder werd veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de afweging tussen contractuele verplichtingen en de rechten van huurders onder het EVRM, en bevestigt dat huurders zich aan de voorwaarden van hun huurovereenkomst dienen te houden, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om hiervan af te wijken.