ECLI:NL:GHSGR:2007:BB1656
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dupain
- M.L. Vierhout
- A.H. de Wild
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring in verzet tegen verstekvonnis
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een niet-ontvankelijk verklaring in verzet tegen een verstekvonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. Het verstekvonnis, uitgesproken op 23 november 1995, veroordeelde [appellante] tot betaling aan Venducci B.V. van een bedrag van ƒ 1.972,98 met rente. [Appellante] heeft in 2005 verzet aangetekend, maar de rechtbank verklaarde dit verzet niet-ontvankelijk omdat het niet tijdig was ingediend. De rechtbank stelde dat de termijn van veertien dagen, zoals bepaald in artikel 81 RV (oud), in acht moest worden genomen. Het faxbericht van [appellante] op 27 april 2005 werd niet als tijdige indiening van verzet beschouwd, omdat het verzet pas op 12 mei 2005 werd ingediend, na het verstrijken van de termijn.
In hoger beroep voerde [appellante] aan dat de rechtbank ten onrechte het faxbericht niet als procesinleidend stuk had aangemerkt en dat artikel 69 RV van toepassing was, wat zou betekenen dat de verzetprocedure vanaf het faxbericht aanhangig was. Het hof overwoog dat artikel 69 RV niet van toepassing was, omdat het faxbericht niet voldeed aan de eisen van een verzoekschrift volgens artikel 278 Rv. Het hof bevestigde dat de rechtbank [appellante] correct had geadviseerd om juridisch advies in te winnen en dat er geen omstandigheden waren die een afwijking van de verzettermijn rechtvaardigden.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de rechtbank en veroordeelde [appellante] in de kosten van het hoger beroep, vastgesteld op € 244,- voor griffierecht en € 632,- voor salaris van de procureur. Het arrest werd uitgesproken op 2 augustus 2007.