Uitspraak: 29 juni 2007
Rolnummer: 05/881
Rolnummer rechtbank: 430326/04-14736
HET GERECHTSHOF TE ’S-GRAVENHAGE, negende civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van
[Appellant],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
[Appellant],
hierna te noemen: [Appellant],
procureur: mr. H.W. Lagraauw,
MINORPLANET LIMITED,
gevestigd te Leeds, Verenigd Koninkrijk,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Minorplanet Ltd.,
procureur: aanvankelijk mr. H.C. Grootveld, thans mr. W. Heemskerk.
Het verloop van het geding
Bij exploot van 11 april 2005 is [Appellant] in hoger beroep gekomen van het vonnis van 12 januari 2005 van de rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, locatie
's Graven¬ha¬ge, gewezen tussen partijen.
Bij memorie van grieven (met productie) heeft [Appellant] vier grieven tegen het vonnis aangevoerd, die door Minorplanet Ltd. bij memorie van antwoord zijn bestre-den. Tot slot hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
1. Het hof gaat uit van de feiten zoals die door de rechtbank onder het kopje "Fei-ten" van het bestreden vonnis zijn vastgesteld, nu die als zodanig in hoger beroep niet worden bestreden.
2. Het gaat, kort gezegd, om het volgende (waarbij met "Engels" ook "Brits", en met "Engeland" ook "Verenigd Koninkrijk", wordt bedoeld).
2.1. [Appellant], geboren in 1949, is op 3 december 2001 (weer) bij Minorplanet Ltd. in dienst getreden in de functie van "Director of Business Development, een ver-koopfunctie, welke door hem werd uitgeoefend vanuit het hoofdkantoor van Minor-planet Ltd. te Leeds, Verenigd Koninkrijk. De arbeidsovereenkomst is schriftelijk vastgelegd. Het salaris in die functie bedroeg £ 5.000,= bruto per maand.
2.2. Met ingang van september 2002 heeft [Appellant] een nieuwe functie aanvaard. Hij werd - eerst titulair, later (juli 2003) statutair - directeur van Minor Planet Systems B.V. te 's-Gravenhage. Daartoe werd [Appellant] door Minorplanet Ltd. bij voormelde B.V. gede¬ta¬cheerd. De nadere afspraken, die in Engeland zijn gemaakt, zijn niet op schrift ge¬zet. In deze functie rapporteerde [Appellant] aan Minorplanet Systems Plc. te Leeds, Verenigd Koninkrijk.
2.3. Minorplanet Systems B.V. is - net als Minorplanet Ltd. - een dochteronderne-ming van Minorplanet Systems Plc. (beide partijen hebben dit laatste aldus in hun processtukken in eerste aanleg c.q. in hoger beroep vermeld en dit stemt overeen met hetgeen is vermeld in het uittreksel van het handelsregister bij de Kamer van Koophandel en in het "overzicht relaties van Minorplanet ondernemingen uit Jaar-verslag 2003"; deze stukken zijn door [Appellant] overgelegd en door Minorplanet Ltd. niet weersproken; daarom gaat het hof er van uit dat de andersluidende ver-melding door de rechtbank op een kennelijke vergissing berust die hiermee is gecor-rigeerd).
2.4. [Appellant]s salaris bedroeg laatstelijk £ 10.000,= per maand. Zijn salaris werd betaald door Minorplanet Ltd. in Engelse ponden door overmaking op de bankreke-ning van [Appellant] in Engeland onder inhoudingen voor (uitsluitend) de Engelse sociale verzekeringen.
2.5. [Appellant] heeft in Nederland een door Minorplanet Systems Limited voor hem gehuurd appartement ter beschikking gekregen. De (huur)kosten daarvan werden niet aan hem doorbelast.
De huurovereenkomst vermeldt dat het gaat om een "fully furnished apartment". Gesteld noch gebleken is dat deze vermelding niet met de feitelijke situatie over-eenstemt.
De overeenkomst is aangegaan voor een periode van één jaar en vier dagen, met het recht voor de huurder om deze periode twee maal met één jaar te verlengen (ar-ticle 1). Voorts is daarin opgenomen als volgt:
"article 13 Termination before the anticipated date by lessee
If, on account of his work, lessee or the actual occupant is transferred to a place 75 km or more removed from the premises, or has to leave the premises for reasons beyond his con-trol, lessee is entitled to terminate the agreement prematurely, on the condition that he in-forms lessor (…) by registered letter, whereby two full calendar months' notice shall be ob-served.
This letter shall mention the reason for the departure and shall bear the signature of his em-ployer.
(…)
article 15 Temporary tenancy
Lessee acknowledges that this agreement is of a temporary nature. Lessee confirms that lessor informed him of his intent to re-occupy the premises after the expiration of the rental period mentioned in art. 1.
Lessor explicitly stipulates that lessee shall vacate the premises on or before the expiration date mentioned in art. 1."
2.6. Hetgeen [Appellant] in dit appartement aan huisraad etc. had toegevoegd was feitelijk niet meer dan wat in één grote tas past.
2.7. [Appellant], die de Britse nationaliteit heeft, heeft zijn woning in Engeland […], alsmede de hem door Minorplanet Ltd. ter beschik¬king gestelde lease-auto in Enge-land, aangehouden.
2.8. In het handelsregister is (uitsluitend) het voormelde Engelse adres van [Appel-lant] geregistreerd. Gesteld noch gebleken is dat dit anders dan met instemming van [Appellant] is geschied.
2.9. [Appellant] heeft opties toegekend gekregen uit hoofde van het Minorplanet Systems Plc Share Option Scheme.
2.10. [Appellant] ging in het weekend geregeld naar Engeland. De kosten daarvoor kwamen voor rekening van Minorplanet Ltd.
2.11. In de brief van 17 december 2003 van [meneer X] - op briefpapier van Minorplanet Ltd. en ondertekend namens Minorplanet Systems Plc. - aan [Appellant] (geadresseerd aan zijn Engelse adres) is ondermeer als volgt opgenomen:
"Thank you for coming to see me earlier today.
It was with some regret that I had to inform you that your position in Holland was redundant. Given the state of the Dutch business, and the need to have senior staff who speak the Dutch language, there is no alternative. (…)
I did say to you that I was keen to try to find alternative employment for you in the UK or-ganisation, and I do recognise that you have a proven track record of being able to sell the product. I think it is only fair to stress that any opportunities in the UK sales force will be at a much lower level of basic salary but will carry a very healthy commission scheme based on performance.
Could you please arrange with [person Y] to make an appointment on 6 January to see
[persoon Z] to discuss possible sales opportunities in the UK, either in Leeds or in London."
2.12. Toen duidelijk was geworden dat partijen over een alternatieve functie geen overeenstemming zouden bereiken heeft Minorplanet Ltd. op 7 januari 2004 aan [Appellant] (op zijn Engelse adres) een brief met onder meer de navolgende inhoud gezonden:
"(…) I am writing to confirm your termination of employment with Minorplanet Limited due to reasons redundancy.
The Company has put you on notice of redundancy effective from today therefore, I have de-tailed below your redundancy entitlement:-
Notice pay
You have two complete years service so your notice period is two weeks.
£ 120,000 per annum/52 x 2 weeks = £4,615.38 (Subject to Tax and NI)
Redundancy Payment
You fall into the age category of 42 years to 65 years therefore you are entitled to 1.5 weeks pay (capped at £260) for each complete year of service.
3 x £260 = £780 (not subject to Tax and NI)
You will be paid your normal salary up to and including 7th January 2004. Your sala¬ry, noti¬ce pay and redundancy pay will be credited to your account on or before 30th January 2004. (…)
You may have the use of your Company car BMW 330d registration YV51 XRS for the dura¬tion of your notice period ending on 22nd January 2004. (…)"
2.13. Na het ontslag is [Appellant] weer naar voormeld adres in Engeland terugge-keerd. Uit de processtukken blijkt dat hij in ieder geval ten tijde van de memorie van grieven nog steeds in [woonplaats] woonde.
2.14. [Appellant] heeft ontvangen hetgeen hem uit hoofde van dat ontslag naar En-gels recht zou toekomen.
2.15. In eerste aanleg vorderde [Appellant] - globaal weergegeven - schadevergoe¬ding wegens niet-inachtneming van de toepasselijke opzegtermijn respectievelijk kennelijk onredelijk ontslag, met de wettelijke rente daarover. Deze vorderingen zijn geba¬seerd op het volgens [Appellant] toepasselijke Nederlandse recht.
De recht¬bank heeft geoordeeld dat niet het Nederlandse doch het Engelse recht van toepassing is en heeft de vorderingen afgewezen.
3. Met de grieven en de toelichting daarop legt [Appellant] het geschil in volle om¬vang aan het hof voor. Het hof overweegt als volgt.
4. [Appellant] baseert zijn vorderingen op het bepaalde in de artikelen 7:677 respec-tievelijk 681 BW, welke bepalingen volgens hem op de arbeidsovereenkomst tussen partijen van toepassing zijn. Vast staat dat geen sprake is van rechtskeuze voor Nederlands recht. De vraag of deze bepalingen in dit geval van toepassing zijn moet derhalve worden beoordeeld aan de hand van het bepaalde in artikel 6 van het EVO-verdrag (Trb. 1980/156; hierna: het Verdrag) .
5. De artikelen 7:677 en 681 BW zijn dwingende bepalingen in de zin van het Ver-drag. Op grond van het bepaalde in artikel 6, eerste lid, van het Verdrag zijn deze bepalingen derhalve - ongeacht een eventuele rechtskeuze voor Engels recht - van toepassing indien artikel 6, tweede lid, van het Verdrag meebrengt dat bij gebreke van rechtskeuze Nederlands recht van toepassing is.
6. Gelet op de laatste zinsnede van het tweede lid van dat artikel zal het hof aller-eerst onderzoeken of er - nu niet in discussie is dat [Appellant] zijn werkzaamheden in de functie die hij sedert september 2002 bekleedde feitelijk in Nederland verricht-te - uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de arbeidsovereenkomst nauwer met Engeland dan met Nederland is verbonden. Immers, in dat geval is (hoe dan ook) niet het Nederlandse doch het Engelse recht van toepassing (en kan dus in het midden blijven of zich (ook) de situatie als bedoeld in de laatste zinsnede van artikel 6, tweede lid, sub a van het Verdrag voordoet).
7. De hierboven sub 2.1. t/m 2.10. en 2.13. omschreven feiten en omstandigheden brengen naar het oordeel van het hof - in onderlinge samenhang bezien - mee dat de arbeidsrelatie tussen partijen meer aanknopingspunten heeft met Engeland dan met Nederland (waar hij zijn werkzaamheden sedert 2002 verrichtte). Daaraan doet niet af hetgeen [Appellant] ter relativering van een en ander heeft aangevoerd.
8. Het Engelse recht is hier derhalve van toepassing, met uitsluiting van de Engelse internationaal privaatrechtelijke regels (zie art. 15 van het Verdrag). Derhalve kan - anders dan [Appellant] heeft betoogd - via het Engelse recht niet alsnog het Neder-landse recht van toepassing worden. De stelling van [Appellant], inhoudende dat hem als niet in Engeland werkzame werknemer onder het Engelse recht niet de voor "gewone" werknemers toepasselijke vergoedingen toekomen kan hem dan ook niet baten. Los daarvan zij vermeld dat [Appellant] heeft niet weersproken dat hij die "gewone" vergoedingen wel degelijk heeft ontvangen.
9. Het bovenstaande leidt tot het oordeel dat de grieven niet tot vernietiging van het beroepen vonnis leiden, zodat dit vonnis zal worden bekrachtigd. Bij deze uitkomst past het om [Appellant] te veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep.
- bekrachtigt het vonnis van 12 januari 2005 van de rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, locatie 's Gravenhage, gewezen tussen partijen;
- veroordeelt [Appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op dit arrest aan de zijde van Minorplanet Ltd. begroot op € 244,= aan verschot-ten en € 894,= aan salaris procureur.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.H. van Coeverden, M.J. van der Ven en T.L. Tan en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 juni 2007 in aanwezigheid van de griffier.