ECLI:NL:GHSGR:2007:BB0485
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Göbbels
- A. Flint-Van Noort
- J. Kaptein
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen van moord en medeplichtigheid, alsook het verbergen van een lijk
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 26 juli 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Middelburg. De verdachte, geboren in Turkije in 1962, was aangeklaagd voor medeplegen van moord, medeplichtigheid aan moord en het verbergen van een lijk. De zaak kwam voort uit een schietincident waarbij het slachtoffer door medeverdachte 1 werd doodgeschoten in een busje dat aan de verdachte ter beschikking was gesteld door zijn werkgever. De advocaat-generaal stelde dat de verdachte betrokken was bij de voorbereiding van de moord en dat hij het busje ter beschikking had gesteld aan medeverdachte 1.
Het hof heeft echter geoordeeld dat de bewijsvoering onvoldoende was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van medeverdachte 1 en andere getuigen waren niet overtuigend genoeg om aan te tonen dat de verdachte op enige wijze betrokken was bij de moord of het verbergen van het lijk. Het hof wees op de leugenachtige verklaringen van de verdachte, maar concludeerde dat deze niet voldoende waren om tot een veroordeling te komen. De advocaat-generaal had gevorderd tot een gevangenisstraf van veertien jaar, maar het hof sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.
De beslissing van het hof was gebaseerd op een zorgvuldige afweging van de beschikbare bewijsmiddelen en de verklaringen van de betrokkenen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en wees de vordering tot gevangenneming van de verdachte af. Deze uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de noodzaak om de rechten van de verdachte te waarborgen.