ECLI:NL:GHSGR:2007:BA7014
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dupain
- M.L. Vierhout
- S.A. Boele
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in geschil over advocaat declaraties
In deze zaak heeft de maatschap, gevestigd te [plaatsnaam], een hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank te ’s-Gravenhage, sector kanton, dat op 16 januari 2007 was gewezen. De maatschap had van [geïntimeerde] de opdracht gekregen om hem bij te staan in een strafzaak en had hiervoor drie declaraties ter hoogte van € 3.008,59 verzonden, die onbetaald bleven. De maatschap vorderde betaling van dit bedrag, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en rente. De kantonrechter verklaarde zich onbevoegd, omdat het geschil over de hoogte van de declaratie van een advocaat onder de Wet tarieven burgerlijke zaken (WTBZ) valt, waarvoor een bijzondere rechtsgang is voorzien. De maatschap ging in hoger beroep en betoogde dat de WTBZ alleen geldt voor civiele zaken en niet voor strafzaken.
Het Gerechtshof te ’s-Gravenhage heeft de grief van de maatschap gegrond verklaard. Het hof oordeelde dat de kantonrechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen, aangezien de WTBZ niet van toepassing is op strafzaken. Het hof vernietigde het bestreden vonnis en wees de zaak terug naar de rechtbank, sector kanton, voor verdere behandeling. Tevens werd [geïntimeerde] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die op dat moment waren vastgesteld op € 321,85 aan verschotten en € 632 aan salaris voor de procureur. Het arrest werd uitgesproken op 24 mei 2007, in aanwezigheid van de griffier.