2. Het gaat in deze zaak, samengevat, om het volgende.
2.1 [werknemer], geboren [in 1946], is op 19 februari 1973 in dienst getreden van Automobielbedrijf Blijdorp B.V. (verder Blijdorp).
2.2 Bij brief van 25 maart 2002 heeft [de Managing Director], (verder [de Managing Director]) op briefpapier van Summit aan[werknemer] het volgende geschreven: "Hiermee bevestig ik dat uw brutosalaris met ingang van 1 maart 2002 in verband met de CAO-verhoging met 3,5% is verhoogd naar:
€ 4.467,43.(..) Uw functiebenaming binnen de Summit Motors Nederland organisatie luidt: Manager B2B. Met vriendelijke groet, Summit Motors Nederland bv, [de Managing Director] Managing Director".
2.3 Bij brief van 17 mei 2002 heeft [de Managing Director] op briefpapier van Summit aan[werknemer] het volgende geschreven: (…) "Het is in dat licht dat ik u tijdens het gesprek een drietal alternatieven heb geboden. (..) dat u aan het slot van het gesprek aangaf nog wel een vierde optie te zien, namelijk vervroegd uittreden, mits dat voor u financieel aantrekkelijk zou worden gemaakt. Ik heb u aangegeven dat wij uitsluitend bereid zijn om uw vroegpensioen, wanneer dat onmiddellijk zou ingaan, tot uw 60½ jarige leeftijd te suppleren tot het niveau van het vroegpensioen dat u zou genieten ware u reeds nu 60½ jaar geweest. (..) Hierbij treft u een uitwerking aan die is gebaseerd op de tot op dit moment bij ons bekende informatie.(..)
Bijlage bij brief (..) van 17 mei 2002
Vroegpensioen van de heer [werknemer].
Geboortedatum in 1946
Ingangsdatum 1 december 2002
Huidig bruto maandsalaris € 4.468,--
Uitkeringsniveau 55,2% € 2.467,--
Aanvulling SMN 29,8% € 2.001,--
Deze aanvulling zal maandelijks plaatsvinden vanaf december 2002 om vervolgens 46 maanden door te lopen tot en met september 2006.
Aansluitende gaat het vroegpensioen in, vanwege het bereiken van de daartoe gestelde leeftijdsgrens van 60½ jaar.
Voorwaarden:
- Met ingang van 1 juni 2002 met verlof.
- Behoud van alle arbeidsvoorwaarden tot en met 2002.
- (..)"
2.4 Bij brief van 23 mei 2002 heeft [de Managing Director] op briefpapier van Summit aan [werknemer] het volgende medegedeeld: "Naar aanleiding van het door u aan ons gepresenteerde schrijven van uw adviseur bericht ik als nadere uitleg van het voorstel van 17 mei 2002 het volgende. Tot en met 30 november 2002 bent u, bij acceptatie van het voorstel, ontheven van uw verplichting tot het verrichten van arbeid. Tot dit tijdstip blijft u in dienst en blijven de arbeidsvoorwaarden behouden. Per 1 december 2002 eindigt het dienstverband met Summit Motor Nederland bv. U maakt dan gebruik van de vroegpensioenregeling voor de Metaal en Technische bedrijfstakken. Het reguliere vroegpensioen zou ingaan op uw 60½ jarige leeftijd en zou, bij volledige premieopbouw, 85% van het laatstverdiende bruto salaris bedragen. Omdat u reeds per 1 december dit jaar van de regeling gebruik gaat maken en niet volledig hebt opgebouwd bedraagt de uitkering die u ontvangt van de uitvoeringsinstantie (UVI) waarschijnlijk 55,2% van uw bruto salaris, zo begrepen wij van de UVI. Wij vullen dat aan toe het niveau van het bij volledige opbouw reguliere vroegpensioen (zijnde 85% van uw laatst verdiende salaris), totdat u de leeftijd van 60½ zult hebben bereikt. Het is juist dat het vroegpensioen, nadat u de leeftijd van 60½ jaar zult hebben bereikt, door de uitvoeringsinstelling wordt gecontinueerd op het niveau van 55,2%. Het voorstel omvat een aanvulling tot uw pensioengerechtigde leeftijd (65) van dit vroegpensioen tot het voor u reguliere vroegpensioenniveau (dat wil zeggen tot het niveau van het vroegpensioen dat u, met uw opbouw, bij een regulier vroegpensioen zou hebben genoten). Dit niveau is u reeds vorig jaar door de UVI bekendgemaakt. De pensioenopbouw loopt onder de vroegpensioenregeling door. De grondslag wordt echter gevormd door het uitkeringspercentage van het werkelijke vroegpensioen ad 55,2%. Wij zullen de pensioenpremie aanvullen tot het bij een regulier vroegpensioen voor u geldende niveau". (..)
2.5 Bij brief van 24 mei 2002 op briefpapier van Summit heeft [de Managing Director] als Managing Director het volgende aan [werknemer] bericht: "De brief van uw adviseur, {de heer X], geeft ons voorstel, zoals vervat in de brieven van 17 en 23 mei 2002, cijfermatig juist weer. Een kopie van zijn brief is aan deze brief gehecht. Indien u met ons aanbod, zoals vervat in de brieven van 17 mei en 23 mei 2002 kunt (onleesbaar) en u dus kiest voor de optie vroegpensioen (..) verzoek ik u deze brief met bijlage voor akkoord te ondertekenen, waarmee uw dienstverband een einde neemt per 30 november 2002." Deze brief is door [werknemer] getekend.
Hij heeft voor 1 juni 2002 een aanvraag ingediend voor een vroegpensioen.
2.6 De arbeidsovereenkomst is per 30 november 2002 tot een einde gekomen.
2.7 Bij brief van 29 oktober 2002 heeft [de Managing Director] het volgende bericht aan [de heer Y] van [organisatie A] betreffende Summit/[werknemer]:
"Ter beantwoording ligt nog voor uw brief van 20 september 2002 inzake uw lid, de heer [werknemer]. In diverse gesprekken is de heer [werknemer] aange¬ge¬ven dat met mijn brief van 24 mei 2002 de gemaakte afspraken vastliggen. Pas wanneer de aanvraag voor het vroegpensioen door de heer[werknemer] is ingediend en beoordeeld, kan op basis van de toegekende uitkering, de suppletie worden berekend. Het dienstverband eindigt op 30 november a.s. ik wacht op bericht van de pensioenuitvoerder."
2.8 [werknemer] heeft in eerste aanleg na wijziging van eis gevorderd:
A. te verklaren voor recht dat de overeengekomen regeling zoals vastgelegd in het schrijven van Summit van 24 mei 2002 dient te worden nagekomen.
B. Summit te veroordelen tot betaling van de overeengekomen suppletie van
€ 2.000,78 bruto per maand (exclusief indexering) vanaf 1 december 2002 tot
1 juni 2003 alsmede maandelijks de nadien opeisbaar wordende toekomstige suppletiebedragen vanaf het moment van hun respectievelijke opeisbaarheid tot de pensioengerechtigde leeftijd, voor zover mogelijk vermeerderd met de wettelijke verhoging.
C. Summit te veroordelen tot betaling van € 750,00 netto, zijnde het bedrag dat hem op grond van de personeelsregeling toekomt in het kader van VUT of (pre)pensioen, voor zover mogelijk vermeerderd met de wettelijke verhoging.
D. Summit te veroordelen tot betaling van de nog openstaande 262 vakantie uren voor zover mogelijk vermeerderd met de wettelijke verhoging.
E. Summit te veroordelen tot betaling van € 6.587,98 aan buitengerechtelijke kosten.
F. de wettelijke rente over alle gevorderde bedragen.
2.9 Na het tussenvonnis van 10 oktober 2003 heeft [werknemer] zijn vordering vermeerderd in die zin, dat hij verzoekt Summit te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 27.509,05 bruto of wel € 2.232,42 bruto per maand, welke bedragen met ingang van 1 januari 2003 dienen te worden verhoogd met 1,685% en met ingang van 1 januari 2004 met 0,99% overeenkomstig de indexaties die door het pensioenfonds na 2 december 2002 zijn doorgevoerd. En voorts veroordeling van Summit tot vergoeding van de pensioenschade voor het ouderdomspensioen.
2.10 De rechtbank heeft onder a de gevorderde verklaring voor recht gegeven. Onder b is Summit veroordeeld tot betaling over de periode 1 december 2002 tot en met augustus 2006 van een bedrag van € 2.153,22 bruto per maand, welk bedrag wordt geïndexeerd met ingang van de dag en met een percentage gelijk aan het door het pensioenfonds toegepaste percentage van indexering over de maandelijkse uitkering van het vroegpensioen die[werknemer] ontvangt.
Onder c is Summit veroordeeld om maandelijks te betalen vanaf 1 september 2006 tot aan de maand waarin [werknemer] 65 jaar wordt een bedrag van
€ 2.000,78, welk bedrag wordt vermeerderd met de indexeringen zoals hiervoor omschreven en zoals die zijn toegepast door het pensioenfonds vanaf 1 decem¬ber 2002 tot aan de laatste dag dat[werknemer] vroegpensioen zal ontvangen.
Onder d is Summit veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over de bedragen als genoemd onder b voor zover deze opeisbaar zijn tot en met juni 2004 met ingang van de dag van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening. Onder e is Summit veroordeeld tot betaling van een bedrag van
€ 750,00 netto met de wettelijke rente vanaf 1 december 2002 tot aan de dag van algehele voldoening en onder f is het meer of anders gevorderde afgewezen. Deze afwijzing heeft onder andere betrekking op de gevorderde pensioenschade.