ECLI:NL:GHSGR:2007:BA3669
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dupain
- A.V. van den Berg
- D.J. de Brauw
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopig getuigenverhoor en misbruik van bevoegdheid in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 15 maart 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. De verzoeker, die onherroepelijk was veroordeeld voor het medeplegen van cocaïne-invoer, stelde dat de Staat onrechtmatig had gehandeld door opsporings- en dwangmiddelen te gebruiken voordat hij verdachte was, en door gebruik te maken van een gemanipuleerd procesdossier. De rechtbank had eerder het verzoek van de verzoeker tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor afgewezen, omdat er volgens de rechtbank geen geschil was dat door de civiele rechter moest worden beslist. De verzoeker voerde in hoger beroep aan dat de rechtmatigheid van het handelen van de Staat altijd civielrechtelijk moet kunnen worden getoetst, ongeacht de uitkomst van de strafprocedure. Het hof oordeelde dat de verzoeker in zijn voorgenomen civiele procedure geen andere schade zal vorderen dan immateriële schade, en dat deze vordering in beginsel aan de burgerlijke rechter kan worden voorgelegd. Echter, het hof volgde de Staat in zijn betoog dat de verzoeker misbruik van bevoegdheid maakte met zijn verzoek. Het hof concludeerde dat de verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat hij enige schade had geleden, en dat hij daarom geen rechtsvordering tegen de Staat toekwam. Het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor werd afgewezen, en de beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd. De verzoeker werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.