ECLI:NL:GHSGR:2007:BA3319
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- P.J. Wurzer
- C.M.P. Flint-Van Noort
- D. Jalink
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in moordzaak door ongeloofwaardigheid getuigenverklaringen en gebrek aan bewijs
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, werd de verdachte beschuldigd van medeplegen van moord. De zaak kwam in hoger beroep na een veroordeling door de rechtbank te Amsterdam, waar de verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaren. De verdachte was gedetineerd ten tijde van het onderzoek en de zittingen. Het hof heeft de verklaringen van twee getuigen, [getuige 1] en [getuige 2], kritisch beoordeeld. Beide getuigen hadden verklaard betrokken te zijn bij de levering van een vuurwapen dat bij het delict zou zijn gebruikt. Echter, het hof stelde vast dat deze getuigen niet als verdachten waren aangemerkt, ondanks hun belastende verklaringen. Dit wekte vraagtekens over de geloofwaardigheid van hun verklaringen en de rol van de politie en justitie in deze zaak.
Het hof concludeerde dat de verklaringen van de getuigen onvoldoende betrouwbaar waren om als bewijs te dienen. De advocaat-generaal had gevorderd tot vernietiging van het eerdere vonnis en veroordeling van de verdachte, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastelegging. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De uitspraak vond plaats op 28 februari 2007, waarbij het hof de eerdere veroordeling vernietigde en opnieuw recht deed. De beslissing werd genomen na een zorgvuldige afweging van de bewijsvoering en de geloofwaardigheid van de getuigen.