ECLI:NL:GHSGR:2007:BA2777
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dupain
- A.H. de Wild
- S.A. Boele
- Rechtspraak.nl
Uitleveringsdetentie en schadevergoeding na vrijspraak
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 15 maart 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering van [appellant] tot schadevergoeding na zijn uitlevering aan Portugal. [appellant] was in Nederland in uitleveringsdetentie van 24 juni 1999 tot 22 februari 2001, op verzoek van Portugal, waar hij verdacht werd van deelname aan een criminele organisatie en mensenhandel. Na zijn uitlevering is hij op 7 mei 2001 vrijgesproken door de rechtbank in Funchal, Madeira.
[Appellant] vorderde een schadevergoeding van € 182.008,70, stellende dat zijn detentie onrechtmatig was en dat de Staat der Nederlanden aansprakelijk was voor de geleden schade. Het hof oordeelde dat de enkele omstandigheid dat [appellant] is vrijgesproken van de feiten waarvoor hij was uitgeleverd, onvoldoende is om te concluderen dat de verdenking ten onrechte heeft bestaan. Dit moet blijken uit het strafdossier, wat [appellant] niet heeft aangetoond.
Het hof heeft de grieven van [appellant] tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank verworpen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de Staat niet aansprakelijk kon worden gehouden voor schade die voortvloeit uit een rechtmatige uitlevering. Het hof bevestigde deze lijn van redeneren en oordeelde dat de uitleveringsdetentie rechtmatig was, en dat de beslissing van de uitleveringsrechter over de noodzaak van voorlopige hechtenis niet ter discussie kon worden gesteld.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en [appellant] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die door de Staat zijn vastgesteld op € 546,- aan griffierecht en € 2.632,- aan salaris voor de procureur.