ECLI:NL:GHSGR:2007:AZ7321
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dupain
- G. Dulek-Schermers
- A. van Waesberghe
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de beëindiging van huurovereenkomsten en de rol van rapporten in de rechtsgang
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van twee appellanten tegen een vonnis van de rechtbank. De appellanten, [appellant 1] en [appellant 2], huurden flats in het flatgebouw Geinwijk in Amsterdam, dat in de jaren negentig onderhevig was aan een ingrijpende stedenbouwkundige herstructurering. De woningcorporatie Nieuw Amsterdam had de huurovereenkomsten met de appellanten opgezegd op basis van dringend eigen gebruik, met als doel de flats te slopen. De kantonrechter had de vorderingen van Nieuw Amsterdam toegewezen, maar de appellanten waren van mening dat de rechtbank niet de beschikking had gehad over een cruciaal rapport van de Werkgroep Toekomst Bijlmermeer, dat zou aantonen dat exploitatie zonder sloop mogelijk was.
De Hoge Raad had eerder in cassatie geoordeeld dat de rechtbank niet onterecht had gehandeld door het rapport niet in haar beoordeling te betrekken. De appellanten stelden dat de toevoeging van het rapport aan het dossier na de fournering buiten de griffie om, een schending van het beginsel van hoor en wederhoor opleverde. Het hof oordeelde dat de Staat der Nederlanden, als geïntimeerde, geen procesorde had geschonden en dat de appellanten niet benadeeld waren in hun verdediging. Het hof concludeerde dat de rechtbank wel degelijk het rapport had kunnen overwegen, ook al was het niet op de juiste wijze aan het dossier toegevoegd.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de rechtbank, met verbetering van gronden, en veroordeelde de appellanten in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de procesvoering en de verantwoordelijkheden van partijen om relevante stukken tijdig aan te leveren.