ECLI:NL:GHSGR:2006:AZ3115
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Reinking
- A. Labohm
- J. Kamminga
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partneralimentatie en de onderbouwing daarvan
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 15 november 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot wijziging van de partneralimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, had in eerste aanleg een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 21 februari 2006 aangevochten, waarin zijn verzoek tot nihilstelling of verlaging van de alimentatie werd afgewezen. De man stelde dat zijn financiële situatie was verslechterd door een daling van zijn inkomen, wat hem niet in staat stelde om de eerder vastgestelde alimentatie van € 1.700,- per maand te betalen. Hij voerde aan dat zijn inkomen was gedaald van € 5.200,- per maand naar € 1.000,- per maand, en dat zijn vermogen was afgenomen van € 78.277,- naar € 14.548,61.
De vrouw, verweerster in hoger beroep, betwistte de stellingen van de man en voerde aan dat zijn inkomensdaling te wijten was aan zijn eigen keuzes, waaronder het opgeven van zijn vaste dienstverband bij de Bernard van Leer Foundation om een onderneming in Brazilië te starten. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 september 2006 was de man niet verschenen, terwijl de vrouw en haar procureur wel aanwezig waren. Het hof heeft de door de rechtbank vastgestelde feiten als uitgangspunt genomen, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen was gericht.
Het hof oordeelde dat, hoewel er sprake was van gewijzigde omstandigheden door het vertrek van de man bij de Bernard van Leer Foundation, deze wijziging niet rechtens relevant was voor een aanpassing van de alimentatieverplichting. De man had onvoldoende onderbouwd dat zijn inkomensdaling niet aan zijn eigen handelen te wijten was. Het hof bekrachtigde de bestreden beschikking en wees het verzoek van de man af, waarbij het ook geen reden zag om de man in de kosten van de procedures te veroordelen. De beslissing werd genomen door de rechters M. Reinking, A. Labohm en J. Kamminga, met mr. Quarles van Ufford-van Waning als griffier.