ECLI:NL:GHSGR:2006:AZ2092
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van den Wildenberg
- A. Dusamos
- J. van Leuven
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van omgangsregeling en medewerking aan begeleide contacten
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 2 augustus 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over een omgangsregeling tussen een vrouw en haar kinderen met de man, die de vader van de kinderen is. De vrouw was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Middelburg, waarin was bepaald dat zij moest meewerken aan begeleide omgangscontacten tussen de man en de kinderen, zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming. De vrouw voerde aan dat omgang met de man niet in het belang van de kinderen was, omdat hij gedragsproblemen had en eerder was veroordeeld voor mishandeling van een van de kinderen. Ze stelde dat de kinderen bang waren voor de man en dat de voorgestelde locatie voor de omgangscontacten praktische bezwaren met zich meebracht.
Het hof oordeelde dat de bezwaren van de vrouw niet steekhoudend waren. Het hof benadrukte dat het in het belang van de kinderen was dat er een goed onderzoek plaatsvond naar de omgangsregeling en dat de vrouw haar medewerking niet mocht weigeren. De vrouw had de verantwoordelijkheid om praktische oplossingen te vinden voor de bezwaren die zij had, en het hof vond dat de financiële bezwaren die zij aanvoerde niet voldoende waren om haar medewerking aan de omgangsregeling te weigeren. Het hof besloot uiteindelijk om het bestreden vonnis te bekrachtigen en de kosten van het hoger beroep te compenseren, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.