ECLI:NL:GHSGR:2006:AZ0078
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- B.A. Stoker-Klein
- A.E. Mos-Verstraten
- G.J.W. van Oven
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ISD-maatregel wegens gebrek aan behandelplan en onzorgvuldigheid in de procesgang
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 13 oktober 2006 uitspraak gedaan over de voortzetting van de ISD-maatregel die eerder was opgelegd aan de veroordeelde. De maatregel was opgelegd voor de duur van twee jaren, maar er was geen behandelplan gepresenteerd, wat essentieel is voor de uitvoering van de maatregel. Het hof oordeelde dat het niet aanleveren van de noodzakelijke stukken onzorgvuldig was en dat dit in strijd was met het belang van de veroordeelde bij een spoedige tenuitvoerlegging van de maatregel. Ondanks het belang van de samenleving bij beveiliging tegen het handelen van de veroordeelde, oordeelde het hof dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel moest worden beëindigd.
De advocaat-generaal had verzocht om aanhouding van de zaak om een behandelplan op te stellen, maar het hof wees dit verzoek af. Het hof benadrukte dat de voortzetting van de vrijheidsbeneming zonder adequate behandeling onaanvaardbaar zou zijn, vooral gezien het feit dat er al zes maanden geen behandelplan was gepresenteerd. De advocaat-generaal kon bovendien niet aangeven wanneer het benodigde behandelplan beschikbaar zou zijn.
Het hof concludeerde dat het openbaar ministerie zijn verplichtingen niet was nagekomen, zoals vastgelegd in artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht. De beslissing om de voortzetting van de ISD-maatregel te beëindigen werd genomen met ingang van 13 oktober 2006, om 13.30 uur. Deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de veroordeelde, diens raadsvrouw en de advocaat-generaal, en is ondertekend door de voorzitter en de griffier.