ECLI:NL:GHSGR:2006:AY9308
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- R.J. van Boven
- J. Kramer
- C.M. le Clercq-Meijer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in schietpartij na onvoldoende bewijs van betrokkenheid verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 8 september 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in de Dominicaanse Republiek en thans gedetineerd in het Huis van Bewaring 'Ter Apel', was beschuldigd van betrokkenheid bij een schietincident waarbij een slachtoffer in zijn been werd geraakt. Het hof heeft de verklaringen van de betrokkenen als niet eensluidend en niet eenduidig beoordeeld, en heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte boven redelijke twijfel te beschuldigen van het schieten op het slachtoffer. De verdachte ontkende zelf te hebben geschoten en stelde dat een medeverdachte verantwoordelijk was voor het schot. Het hof heeft ook de verklaringen van getuigen in overweging genomen, maar deze waren niet overtuigend genoeg om tot een veroordeling te komen. Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat er geen bewijs was voor een gezamenlijke uitvoering van een strafbaar feit door de verdachte en zijn medeverdachte, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte voor alle tenlastegelegde feiten. De advocaat-generaal had gevorderd tot toewijzing van een schadevergoeding aan de benadeelde partij, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding.