ECLI:NL:GHSGR:2006:AY7534
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.C. Fasseur-van Santen
- C.J. Verduyn
- S.U. Ottevangers
- Rechtspraak.nl
Vordering tot afgifte van stukken in hoger beroep en de kwalificatie als provisionele vordering
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 24 augustus 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering tot afgifte van stukken. De appellante, SCAFOM INTERNATIONAL B.V., had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin de rechtbank een incidentele vordering van de geïntimeerde, WILHELM LAYHER VERMÖGUNGSVERWALTUNGS-GmbH, had toegewezen en een andere had afgewezen. SCAFOM vorderde onder andere de afgifte van kopieën van processtukken en het origineel van een tekening, en stelde dat deze vordering als een provisionele vordering moest worden aangemerkt. Het hof oordeelde echter dat de vordering tot afgifte van stukken niet als een provisionele vordering kon worden gekwalificeerd, omdat deze niet de werking had voor de duur van het bodemgeschil. Het hof bevestigde dat de vordering tot afgifte van de originele tekening zonder nadere gronden niet voor toewijzing vatbaar was op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hof concludeerde dat SCAFOM ontvankelijk was in haar hoger beroep, maar dat de grieven niet konden leiden tot vernietiging van het vonnis van de rechtbank. De kosten van het hoger beroep werden aan SCAFOM opgelegd.