ECLI:NL:GHSGR:2006:AY6471
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Husson
- Stille
- Gerretsen-Visser
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overschrijding van de termijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 31 mei 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep. De verzoekster, Lalla Hayat Cherif D'Ouezzane, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 12 december 2005. De advocaat van de vrouw voerde aan dat de rechtbank had verzuimd om partijen op de hoogte te stellen van de aanhouding van de uitspraakdatum en dat de beschikking niet door de griffier was ondertekend, waardoor de rechtskracht van de beschikking in twijfel werd getrokken. De vrouw stelde dat de termijn voor het instellen van hoger beroep pas op 15 december 2005 was ingegaan, de datum waarop de beschikking door de griffier was ondertekend.
Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen wettelijke basis is voor de stelling van de vrouw dat de termijn voor hoger beroep pas ingaat op het moment van afgifte van de beschikking. Het hof heeft vastgesteld dat de termijn voor het instellen van hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank op 12 december 2005 reeds was verstreken op het moment dat het beroepschrift op 14 maart 2006 werd ingediend. De vrouw had in eerste aanleg moeten verschijnen en het beroep had binnen drie maanden na de uitspraak moeten worden ingesteld. De termijn eindigde op 12 maart 2006, waardoor het hof de vrouw niet-ontvankelijk heeft verklaard in haar hoger beroep.
De beslissing van het hof is genomen door de rechters Husson, Stille en Gerretsen-Visser, met mr. Vermaas als griffier. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van hoger beroep en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke termijnen.