ECLI:NL:GHSGR:2006:AY5793
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Labohm
- A. van den Wildenberg
- H. Husson
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van alimentatieverplichtingen en samenwoning in het kader van artikel 1:160 BW
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 2 augustus 2006, staat de beoordeling van alimentatieverplichtingen centraal, in het bijzonder in het licht van artikel 1:160 van het Burgerlijk Wetboek. De vrouw, verzoekster en incidenteel verweerster, heeft een verzoek ingediend tot verlaging van de alimentatie die zij ontvangt van de man, verweerder en incidenteel verzoeker. De man stelt dat de vrouw samenwoont met een ander, wat volgens hem zou leiden tot beëindiging van de alimentatieverplichting. Het hof heeft in eerdere beschikkingen reeds vastgesteld dat de man bewijs moet leveren van deze samenwoning.
Tijdens de procedure zijn getuigen gehoord en zijn er verschillende stukken ingediend door beide partijen. Het hof heeft geconcludeerd dat de vrouw niet in een zodanige samenwoning verkeert dat dit de alimentatieverplichting van de man zou beëindigen. De vrouw heeft haar eigen huis en haar eigen financiële middelen, en het hof heeft geen bewijs gevonden voor een wederzijdse verzorgingsrelatie tussen de vrouw en haar partner.
Daarnaast heeft het hof de behoefte van de vrouw aan alimentatie beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw sinds 2001 een hoger inkomen heeft dan eerder aangenomen, waardoor zij in haar eigen levensonderhoud kan voorzien. De vrouw heeft echter gesteld dat zij in financiële moeilijkheden verkeert als zij de teveel ontvangen alimentatie moet terugbetalen. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw de teveel ontvangen alimentatie niet hoeft terug te betalen, gezien haar financiële situatie en de omstandigheden van de zaak.
De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking te bekrachtigen en te bepalen dat de vrouw de teveel ontvangen alimentatie niet aan de man hoeft terug te betalen. Het hof wijst verder het in hoger beroep meer of anders verzochte af.