ECLI:NL:GHSGR:2006:AY5151
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dusamos
- M. Labohm
- J. van Leuven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen echtscheiding en gebruiksrecht voormalige echtelijke woning
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 juli 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 27 januari 2006. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft het hof verzocht de beschikking te vernietigen voor wat betreft de uitgesproken echtscheiding. De man, verweerder en incidenteel verzoeker, heeft op zijn beurt een verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juli 2006 is enkel de ontvankelijkheid van het hoger beroep ten aanzien van de echtscheiding besproken. De vrouw is niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping.
Het hof heeft overwogen dat indien de eerste rechter de echtscheiding heeft uitgesproken, het hoger beroep enkel kan worden ingesteld op basis van bijzondere omstandigheden die door de echtgenoot worden aangevoerd. Dit om de band tussen het verzoek tot echtscheiding en de verzochte nevenvoorzieningen te herstellen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen huwelijksgoederengemeenschap bestaat, maar een eenvoudige gemeenschap met betrekking tot de echtelijke woning, die te allen tijde voor ontbinding vatbaar is.
De wet biedt een regeling voor het gebruik van goederen van de gemeenschap tijdens de onverdeeldheid. Het argument van de vrouw dat zij haar gebruiksrecht verliest na inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand, werd door het hof als niet steekhoudend beschouwd. Het hof concludeert dat er geen redelijk belang is om de inschrijving van de echtscheiding te koppelen aan de nevenvoorziening van het gebruik van de echtelijke woning. Daarom heeft het hof de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek om het hoger beroep ten aanzien van de echtscheiding.