ECLI:NL:GHSGR:2006:AX7363
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Reinking
- A. van Leuven
- F. Fockema Andreae-Hartsuiker
- Rechtspraak.nl
Voornaamswijziging van een kind op verzoek van de moeder
In deze zaak gaat het om de voornaamswijziging van een kind, geboren op [geboortedatum, 2000], op verzoek van de moeder. De vader is in hoger beroep gekomen tegen een beschikking van de rechtbank te Rotterdam, waarin de moeder verzocht om de voornaam van het kind te wijzigen. De vader stelt dat er geen zwaarwichtige redenen zijn voor de wijziging en dat de naam die zij gekozen hebben uit dankbaarheid en erkenning van de geboorte, niet zomaar veranderd moet worden. Hij betoogt dat het kind geen problemen heeft met haar huidige naam en dat het in haar belang is om deze naam te behouden.
De moeder daarentegen, die zich recent heeft bekeerd tot het christelijk geloof, ervaart de huidige naam als negatief en heeft ondervonden dat de omgeving ook niet altijd positief reageert. Ze heeft de naam [kind] al enige tijd vervangen door [X] en stelt dat het kind deze naam zelf heeft gekozen en er gehecht aan is. De advocaat-generaal concludeert tot vernietiging van de bestreden beschikking en afwijzing van het verzoek van de moeder.
Het hof oordeelt dat de door de moeder aangevoerde gronden voor de voornaamswijziging voldoende zwaarwichtig zijn om haar verzoek toe te wijzen. Het belang van naamsconsistentie in het rechtsverkeer weegt niet op tegen de persoonlijke belangen van de moeder en het kind. De bestreden beschikking wordt bekrachtigd, en het verzoek van de vader om de moeder in de kosten van de procedure te veroordelen, wordt afgewezen, aangezien hij in het ongelijk is gesteld. De beslissing is genomen op 29 maart 2006 door het Gerechtshof 's-Gravenhage.