ECLI:NL:GHSGR:2006:AV5187
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- S.C.H. Koning
- J. Borgesius
- S.K. Welbedacht
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak betreffende administratie zeevis
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 22 februari 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank te Middelburg. De verdachte was beschuldigd van het niet naleven van de verplichting om dagelijks een administratie bij te houden van de overdracht en opslag van vis, zoals voorgeschreven in de Regeling eisen aan administraties van transacties inzake zeevis. De tenlastelegging was gebaseerd op de artikelen 1 lid 1 en 3 lid 1 van deze regeling, die van toepassing is voor personen die vis van een aanvoerder betrekken of bemiddelen bij het veilen van vis.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat de verdachte rechtstreeks vis had afgenomen van een aanvoerder of had bemiddeld bij het veilen van vis, zoals vereist onder de Visserijwet 1963. Hierdoor was de verdachte niet verplicht om de administratie bij te houden zoals in de tenlastelegging gesteld. Het hof oordeelde dat er niet wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte.
De uitspraak resulteerde in de vernietiging van het eerdere vonnis, waarbij de verdachte was veroordeeld tot een geldboete en verbeurdverklaring van een aanzienlijke hoeveelheid vis. Het hof gelastte de teruggave van de handelswaarde van de in beslag genomen vis aan de verdachte, die in totaal EUR 3.072,07 bedroeg. Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in strafzaken en de noodzaak voor duidelijke verplichtingen voor de betrokken partijen.