ECLI:NL:GHSGR:2006:AV4011
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Nievelt
- A. Gerretsen-Visser
- J. Labohm
- Rechtspraak.nl
Wijziging voorlopige voorziening kinderalimentatie in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 8 maart 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot wijziging van een voorlopige voorziening betreffende kinderalimentatie. De vader, verzoeker in deze procedure, had op 22 december 2005 verzocht om wijziging van de beschikking voorlopige voorzieningen van de rechtbank 's-Gravenhage, die op 12 augustus 2004 was gegeven. De moeder, verweerster, heeft hiertegen verweer gevoerd en op 7 februari 2006 een verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 februari 2006 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun procureurs.
De vader stelde dat zijn financiële situatie was veranderd, omdat hij in de periode van 7 februari 2005 tot en met 2 oktober 2005 een WW-uitkering had ontvangen. Hij verzocht om de kinderalimentatie te verlagen naar € 16,46 per maand. De moeder betwistte dit verzoek en voerde aan dat de vader niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat het verzoek een verkapt hoger beroep zou zijn van de eerdere beslissing over de voorlopige voorzieningen.
Het hof oordeelde dat de vader ontvankelijk was in zijn verzoek, omdat de kinderalimentatie ter beoordeling aan het hof was voorgelegd. Het hof heeft vastgesteld dat de vader zijn alimentatieverplichtingen had nagekomen, maar ook dat hij het hof onjuist had voorgelicht over zijn inkomen. De vader had verzuimd te vermelden dat hij per 3 oktober 2005 weer een volledige baan had. Het hof concludeerde dat er geen gronden waren voor wijziging van de voorlopige voorzieningen en wees het verzoek van de vader af.