ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2666

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
1 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
1180-H-05
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Dusamos
  • A. Gerretsen-Visser
  • J. van Leuven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging geslachtsnaam in combinatie met gezamenlijk gezag

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, hebben verzoekers op 28 september 2005 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 29 juni 2005. De zaak betreft een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van de minderjarige [kind], die is erkend door [man2], de biologische vader. De verzoekers, [eiseres] en [man1], hebben verzocht om de geslachtsnaam van [kind] te wijzigen in [achternaam man1].

De rechtbank had het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam afgewezen, met de overweging dat een wijziging alleen op verzoek van de Koning kan plaatsvinden. Verzoekers hebben echter aangevoerd dat artikel 1:253t lid 5 BW de mogelijkheid biedt om gelijktijdig met een verzoek tot gezamenlijk gezag ook een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam in te dienen.

Het hof heeft geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte het verzoek niet inhoudelijk heeft beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat er geen gronden zijn die een afwijzing van het verzoek rechtvaardigen, zoals genoemd in artikel 1:253t lid 5 BW. Aangezien [man2] geen bezwaar heeft gemaakt tegen de wijziging van de geslachtsnaam, heeft het hof besloten het verzoek van verzoekers toe te wijzen.

In de beslissing heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd voor zover deze het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam afwees en heeft het de geslachtsnaam van [kind] gewijzigd in [achternaam man1]. De griffier is opgedragen om een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [geboorteplaats] na drie maanden, mits er geen cassatie is ingesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Uitspraak : 1 februari 2006
Rekestnummer : 1180-H-05
Rekestnr. rechtbank : 05-2054
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE
FAMILIEKAMER
B e s c h i k k i n g
in de zaak van
1)[eiseres],
en
2) [man1],
beiden wonende te [woonplaats],
verzoekers in hoger beroep,
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers,
procureur mr. W. Taekema.
Als belanghebbende is aangemerkt:
[belanghebbende],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [man2].
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
Verzoekers zijn op 28 september 2005 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank te ‘s-Gravenhage van 29 juni 2005.
[man2] heeft bij brief, bij het hof ingekomen op 11 oktober 2005, te kennen gegeven akkoord te kunnen gaan met het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van de hierna te noemen minderjarige en zich te dien aanzien te refereren aan het oordeel van het hof.
Beide partijen hebben het hof verzocht op de thans voorliggende stukken een beslissing te nemen.
VASTSTAANDE FEITEN EN HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking van de rechtbank te ‘s-Gravenhage.
Tegen de vaststelling van de feiten door de rechtbank is geen grief gericht, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.
[man2] is de biologische vader van de minderjarige [kind], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. [man2] heeft [kind] erkend.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. In geschil is de geslachtsnaamwijziging van [kind].
2. Verzoekers verzoeken de bestreden beschikking te vernietigen, voor zover de beschikking ziet op de afwijzing van het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van [kind], en, opnieuw rechtdoende, te bepalen dat de geslachtsnaam van [kind] kan worden gewijzigd in [achternaam man1]. [man2] bestrijdt het beroep van verzoekers niet.
3. Verzoekers stellen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de geslachtsnaam van een persoon op zijn verzoek, of op verzoek van zijn wettelijk vertegenwoordiger, op grond van artikel 1:7 BW door de Koning kan worden gewijzigd. Zij voeren daartoe aan dat artikel 1:253t lid 5 BW nu juist de mogelijkheid biedt om tegelijk met het verzoek tot toekenning van het gezamenlijk gezag, wijziging van de geslachtsnaam van het kind te verzoeken. Voorts stellen verzoekers dat het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam slechts mag worden afgewezen als aan één van de drie gevallen genoemd in artikel 1:253t lid 5 BW is voldaan. Verzoekers stellen zich op het standpunt dat hier geen sprake van is.
4. Het hof is met verzoekers van oordeel dat op grond van artikel 1:253t lid 5 BW een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van een kind tegelijk kan worden gedaan met een verzoek tot het verkrijgen van het gezamenlijk gezag. De rechtbank had derhalve dit verzoek inhoudelijk dienen te beoordelen.
5. Voorts is het hof van oordeel dat gesteld noch gebleken is dat er sprake is van één van de in artikel 1:253t lid 5 sub a t/m c genoemde gevallen, op grond waarvan het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam dient te worden afgewezen. Het verzoek van verzoekers tot vaststelling van het gezamenlijk gezag is toegewezen, en er is naar ’s hofs oordeel geen sprake van een situatie waarin het belang van [kind] zich tegen toewijzing van het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam verzet. [kind] maakt op haar eerste levensjaar na deel uit van het gezin [achternaam eiser], waarbij het hof het in het belang van [kind] acht dat zij deze naam ook officieel zal dragen, zulks gelet op de door verzoekers bij hun verzoekschrift uitvoerig uiteen gezette feiten en omstandigheden. Het hof neemt daarbij mede in aanmerking dat [man2] geen bezwaar heeft tegen de wijziging van de geslachtsnaam van [kind]. Het verzoek van verzoekers ten aanzien van de wijziging van de geslachtsnaam dient derhalve alsnog te worden toegewezen.
6. Mitsdien beslist het hof als volgt.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking voor zover daarbij het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam [achernaam eiseres] in de geslachtsnaam [achternaam man1] is afgewezen, en in zoverre opnieuw beschikkende:
wijzigt de geslachtsnaam van [kind] aldus dat die komt te luiden: [achternaam man1];
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daartegen geen cassatie is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [geboorteplaats];
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Dusamos, Gerretsen-Visser en Van Leuven, bijgestaan door mr. Vermaas als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 februari 2006.