ECLI:NL:GHSGR:2005:AU8364
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Prejudiciële vragen inzake afvalstoffenvervoer en kennisgevingsprocedure onder Verordening (EEG 259/93)
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 13 december 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte werd verweten een handeling te hebben verricht die in strijd is met artikel 26, eerste lid, van de Verordening (EEG 259/93). Dit betreft het overbrengen van afvalstoffen van België naar Hong Kong en/of China via Nederland zonder de vereiste kennisgeving aan de betrokken autoriteiten. Het hof heeft kennisgenomen van een verzoek van de rechtbank Rotterdam om een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over de kwalificatie van kabelrestanten als afvalstoffen en de toepasselijkheid van de kennisgevingsprocedure.
De rechtbank Rotterdam had eerder op 8 juni 2005 een verzoek ingediend met vragen over de classificatie van kabelrestanten en de noodzaak van gescheiden aanbieding of vervoer van afvalstoffen. Het hof oordeelt dat de samenstelling van het afval in deze zaak gevarieerder is dan in de door de Raad van State behandelde zaak. Het hof acht het noodzakelijk om het antwoord van het Europese Hof van Justitie af te wachten, voordat verder onderzoek kan plaatsvinden. Daarom heeft het hof besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen in afwachting van de beslissing van het Hof van Justitie.
De beslissing van het hof houdt in dat het onderzoek zal worden hervat op een nader te bepalen terechtzitting, waarbij de verdachte en zijn raadsman zullen worden opgeroepen. Tevens wordt de advocaat-generaal verzocht om het antwoord van het Europese Hof van Justitie in het dossier te voegen zodra dit beschikbaar is, zodat het onderzoek kan worden voortgezet.