ECLI:NL:GHSGR:2005:AU3815
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.N. Labohm
- H.P.Ch. van Dijk
- M.Y. Bonneur
- Rechtspraak.nl
Faillissement en vergoedingsrechten tussen echtgenoten in het kader van huwelijkse voorwaarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de curator van een failliet verklaarde echtgenoot. De curator vordert een verklaring voor recht dat de geïntimeerde echtgenote gehouden is tot vergoeding van betalingen die door de failliet zijn gedaan aan haar, alsook de waardevermeerdering van onroerende zaken. De rechtbank heeft de vorderingen van de curator afgewezen en in reconventie de vordering van de geïntimeerde toegewezen. De curator komt in hoger beroep tegen deze beslissing.
De kern van de zaak draait om de toepassing van de in de rechtspraak ontwikkelde regel inzake vergoedingsrechten tussen echtgenoten, zoals vastgesteld in het arrest van de Hoge Raad van 12 juni 1987 (Kriek/Smit). De curator stelt dat deze regel in dit geval wel van toepassing is, maar het hof oordeelt dat de curator onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen. De geïntimeerde heeft betwist dat de failliet de hypothecaire lasten voor het woonhuis heeft betaald en stelt dat zij deze lasten zelf heeft voldaan. Het hof concludeert dat de curator niet voldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn vorderingen en dat de grieven van de curator falen.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt de curator in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van de geïntimeerde. Dit arrest is gewezen door een collegiaal hof en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.