ECLI:NL:GHSGR:2005:AU3104
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Otto Engel
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting door inconsistent gebruik van bezoekerskraskaart
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 26 juli 2005 uitspraak gedaan over een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had op 18 juli 2004 zijn auto geparkeerd met een bezoekerskraskaart van de gemeente Leiden. Deze kraskaart is een vergunning die onder de voorwaarde valt dat deze correct wordt opengekrast, wat inhoudt dat de weekdag, datum en tijdstip waarop de vergunning ingaat, juist moeten zijn aangegeven. In dit geval was de kraskaart onjuist opengekrast, aangezien de weekdag niet overeenkwam met de datum van parkeren, wat leidde tot de conclusie dat de vergunning niet van kracht was. De Inspecteur had de naheffingsaanslag opgelegd, die de belanghebbende betwistte, stellende dat de parkeerbelasting was betaald.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juli 2005 was alleen de Inspecteur aanwezig, terwijl de belanghebbende niet verscheen. De griffier had de belanghebbende tijdig uitgenodigd, maar deze had de uitnodiging niet ontvangen. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende voldoende aannemelijk had gemaakt dat de kraskaart zichtbaar in de auto lag, maar dat dit niet betekende dat de vergunning geldig was. De kraskaart voldeed niet aan de voorwaarden, waardoor de naheffingsaanslag terecht was opgelegd.
Het Hof verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.