ECLI:NL:GHSGR:2005:AU3102
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E. Otto
- J. Engel
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake aanslag inkomstenbelasting 1998
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 juli 2005 uitspraak gedaan in een beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van een bezwaarschrift tegen een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar de Inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het niet was gemotiveerd. De belanghebbende stelde dat hij de uitspraak op het bezwaarschrift pas op 18 maart 2003 had ontvangen, wat leidde tot een verzetprocedure. Het Hof oordeelde dat het beroep tijdig was ingediend en verklaarde het verzet gegrond.
De Inspecteur voerde aan dat de belanghebbende alsnog niet-ontvankelijk moest worden verklaard wegens termijnoverschrijding. Het Hof verwierp dit standpunt, omdat het eerder had geoordeeld over de ontvankelijkheid van het beroep in de verzetprocedure. De belanghebbende stelde dat de kwestie van de ontvankelijkheid in bezwaar al eerder was behandeld en dat daar niet meer op teruggekomen kon worden. Het Hof oordeelde echter dat de Inspecteur de belanghebbende voldoende gelegenheid had gegeven om het verzuim van de motivering te herstellen, maar dat de belanghebbende hier niet op had gereageerd.
Uiteindelijk concludeerde het Hof dat het beroep ongegrond was, zonder dat het toekwam aan een beoordeling van de aanslag zelf. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken, en partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.