ECLI:NL:GHSGR:2005:AU2000
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op de opbrengst van de verkoop van melkquotum en de kwalificatie als belastbaar inkomen uit werk en woning
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 22 juni 2005 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende X tegen de beslissing van de Inspecteur van de Belastingdienst. Het geschil betreft de voorlopige aanslagen in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen, alsook de premie Ziekenfondswet en de premie Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen voor het jaar 2003. Belanghebbende, die inkomsten genoot uit een landbouwbedrijf, had in 2003 zijn melkquotum en melkvee verkocht, wat resulteerde in een positief resultaat van € 163.200. De Inspecteur legde voorlopige aanslagen op naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 160.881, gebaseerd op de gegevens die door belanghebbende waren verstrekt.
Belanghebbende betoogde dat de opbrengst van de verkoop van het melkquotum niet als belastbaar inkomen moest worden aangemerkt, maar als een onbelaste schadevergoeding of vergoeding voor gederfde inkomsten, aangezien zijn bedrijf door overheidsmaatregelen was gehalveerd. Het Hof oordeelde echter dat de opbrengst van de verkoop van het melkquotum tot de belastbare ondernemingswinst behoort en dus tot het belastbare inkomen uit werk en woning. De grieven van belanghebbende over het onrechtmatig handelen van overheidslichamen konden niet leiden tot een ander oordeel.
Het Gerechtshof verklaarde het beroep ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken, en belanghebbende werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.