ECLI:NL:GHSGR:2005:AT9776

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
20 juli 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
302-H-04
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Labohm
  • A. Dusamos
  • P. Pannekoek-Dubois
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgangsregeling en gezag na echtscheiding tussen ouders

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, is een verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling tussen de vader en de kinderen aan de orde. De ouders, die eerder met elkaar gehuwd waren, hebben een convenant opgesteld waarin zij afspraken maken over de zorg en omgang met hun kinderen na de echtscheiding. De vader en moeder hebben gezamenlijk het gezag over de kinderen en hebben een zorgmodel ontwikkeld dat de omgangsregeling en verantwoordelijkheden van beide ouders beschrijft. De kinderen zullen hun hoofdverblijf bij de moeder hebben, met een ruime omgangsregeling voor de vader, zodat hij een substantieel deel van hun opvoeding kan meedragen. De ouders hebben afgesproken dat de kinderen de ene week bij de vader en de andere week bij de moeder verblijven, met de mogelijkheid voor tussentijds contact met de andere ouder. Het hof heeft de ouders aangemoedigd om in overleg te treden bij belangrijke veranderingen in hun leven die invloed kunnen hebben op de afspraken in het convenant. De ouders hebben ook afspraken gemaakt over de schoolkeuze, medische aangelegenheden en andere belangrijke beslissingen die de kinderen aangaan. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de omgangsregeling zoals overeengekomen in het kinderconvenant vastgesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het in hoger beroep meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

Uitspraak : 20 juli 2005
Rekestnummer : 302-H-04
Rekestnr. rechtbank : 03-4914
GERECHTSHOF TE ’S-GRAVENHAGE
FAMILIEKAMER
B e s c h i k k i n g
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
procureur mr. M.C. Schmidt,
tegen
[verweerster],
wonende te [woonplaats],
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
procureur mr. H.J.A. Knijff.
VERDERE PROCESVERLOOP
Het hof verwijst naar zijn beschikking van 4 augustus 2004, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd. Bij die beschikking is de behandeling van de zaak aangehouden, teneinde deelname van de ouders aan mediation mogelijk te maken en is mevrouw drs. J.A.M. Hendriks benoemd tot deskundige.
Bij brief met bijlagen van 29 april 2005, heeft mw. drs. J.A.M. Hendriks het hof laten weten dat de ouders zijn gekomen tot een zorgregeling voor hun kinderen, welke neergelegd is in het bij de brief gevoegde kinderconvenant.
Bij brief van 7 juni 2005, bij het hof ingekomen op 16 juni 2005, heeft mr. Ganzeboom namens de moeder verzocht het kinderconvenant inclusief zorgmodel door de griffie te laten waarmerken. Voorts is verzocht de door de ouders getroffen onderlinge regelingen betreffende de omgang- en – voor zover mogelijk – de overige hiermede verbonden getroffen onderlinge regelingen als neergelegd in het kinderconvenant met aangehecht zorgmodel, door de ouders en de mediator ondertekend op respectievelijk 27 en 25 april 2005, als herhaald en ingelast in de beschikking van het hof op te nemen. De moeder meent dat er niets aan in de weg staat het kinderconvenant met aangehecht zorgmodel integraal in de beschikking van het hof op te nemen.
Bij brief van 17 juni 2005 heeft mr. Schmidt namens de vader medegedeeld dat de vader zich aansluit bij hetgeen mr. Ganzeboom namens de moeder in zijn brief van 7 juni 2004 aan het hof verzoekt.
DE VERDERE BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. In geschil is de omgang tussen de vader en de kinderen.
2. Thans hebben de ouders overeenstemming bereikt, niet alleen over de omgangsregeling, maar over alle zaken de kinderen betreffende. De overeenstemming, die is vervat in een door de ouders ondertekend kinderconvenant met aangehecht zorgmodel, waarvan een gewaarmerkt kopie aan deze beschikking is gehecht, luidt – voor zover van belang – als volgt:
“ Artikel 8. Contact van het kind met de ouders (frequentie)
8.1 Het kind is gerechtigd tot contact en omgang met de ouders.
8.2 De ouders hebben uit praktische overwegingen omtrent deze omgang het navolgende afgesproken:
- [kind 1] en [kind 2] zijn de ene week van vrijdagmorgen 8.00 uur tot zondagavond 19.00 uur bij de vader en de andere week op vrijdag van 8.00 uur tot 17.00 uur bij de vader. [kind 3] gaat tot de zomer van 2005 de ene week van vrijdagmorgen 8.00 uur tot zaterdagavond 19.00 uur naar de vader en de andere week op vrijdag van 8.00 uur tot 17.00 uur naar de vader. Na de zomervakantie van 2005 zal [kind 3] helemaal meegaan in het ritme van haar oudere zussen.
- Het kind krijgt de gelegenheid ook tussendoor contact met de andere ouder te hebben dan waar ze op dat moment verblijft. Zo begeleiden de ouders momenteel om en om de wekelijkse zwemlessen op dinsdag.
- Voorts heeft het kind er recht op een deel van de vakanties en feestdagen bij de ouders door te brengen. In beginsel gaat het hierbij om de helft van de vakanties en feestdagen. (Zie voor de precieze uitwerking het aangehechte Zorgmodel.)
- [kind 3] wordt tot haar vierde verjaardag niet alleen gelaten met de nieuwe partner van de vader.
- Wanneer de vader bijvoorbeeld voor zijn werk tijdelijk in het buitenland verblijft of vanwege andere redenen niet aanwezig kan zijn, vindt geen omgang plaats. In overleg wordt de omgang verzet naar een tijdstip waarop de vader wel aanwezig kan zijn.
De ouders zullen binnen twee weken na de zomervakantie een roostervoorstel doen voor de herfst- en de kerstvakantie. Binnen twee weken na de kerstvakantie worden afspraken gemaakt voor de overige vakanties en feestdagen tot en met de zomervakantie. De andere ouder zal schriftelijk binnen drie weken reageren, eventueel met een tegenvoorstel.
Komen de ouders niet tot overeenstemming, dan treedt de geschillenregeling als bedoeld in artikel 10 in werking.
3. Het hof is van oordeel dat hetgeen de ouders in het kinderconvenant en het zorgmodel zijn overeengekomen over zaken, niet betreffende de omgangsregeling, niet in het dictum van de beschikking kan worden opgenomen, aangezien het beroepschrift zich beperkt tot de omgangsregeling.
4. Het hof zal, nu de ouders overeenstemming hebben bereikt over de omgangsregeling en zij beiden hebben verzocht de getroffen regeling in een beschikking vast te leggen, dienovereenkomstig beslissen. Dit brengt met zich mee, dat de bestreden beschikking – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – moet worden vernietigd.
5. Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.
BESLISSING
Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en, in zoverre opnieuw beschikkende:
stelt de omgangsregeling vast zoals omschreven onder punt 3 van de onderhavige beschikking en zoals tevens is neergelegd in artikel 8 van het hiervoor genoemde en aan deze beschikking gehechte en gewaarmerkte kinderconvenant, met inachtneming van hetgeen in het aan het kinderconvenant gehechte zorgmodel is vermeld omtrent omgang gedurende de (bijzondere) vakanties en de bijzondere dagen;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het in hoger beroep meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Labohm, Dusamos en Pannekoek-Dubois, bijge-staan door mr. Sijbesma als griffier, en uitgespro-ken ter openbare terecht-zitting van 20 juli 2005.
DE ONDERGETEKENDEN:
1. [verweerster]
nader te noemen: "de vrouw" of "de moeder";
en
2. [verzoeker]
nader te noemen: "de man" of "de vader".
In aanmerking nemende:
1. Partijen zijn op [datum] te [plaatsnaam] met elkaar
gehuwd.
2. Uit hun huwelijk zijn geboren:
- [kind 1] te [geboorteplaats] op [geboortedatum];
- [kind 2] te [geboorteplaats] op [geboortedatum];
- [kind 3] te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
3. Het huwelijk van partijen is inmiddels ontbonden door inschrijving van
de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand
van de gemeente [x] per 13 april 2004
4. Partijen wensen de gevolgen van de echtscheiding voor de kinderen als
volgt te regelen:
KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
I Gezag en zorgregeling
Artikel 1. Gezag
Partijen achten het in het belang van hun kinderen
-dat de ouders gezamenlijk het gezag over de kinderen blijven uitoefenen.
Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden (artikel 247 boek 1 Burgerlijk Wetboek).
Artikel 2. Hoofdverblijf
2.1 Hoofdverblijf
De kinderen zullen hun hoofdverblijf bij de moeder in [woonplaats] hebben met een ruime omgangsregeling voor de vader, zodat hij een substantieel deel van hun opvoeding kan meedragen.
Indien een van de ouders een wezenlijke verandering in zijn of haar leven aan ziet komen, die gevolgen heeft voor de afspraken in dit convenant, zoals bijvoorbeeld een verhuizing buiten de regio [woonplaats] (dit wil zeggen: buiten de gemeente [woonplaats] of de direct aangrenzende woonkernen van Den Hoorn, Delfgauw en Rijswijk-’t Haantje) of ernstige ziekte, dan zal hierover in een vroeg stadium, waarin nog geen definitieve beslissingen zijn gevallen, in overleg worden getreden met de andere ouder. De andere ouder zal dit overleg niet uit de weg gaan en zonodig zullen partijen ook in een vroeg stadium de hulp van een bemiddelaar inschakelen.
2.2. Kinderbijslag
Op de peildatum voor toekenning van de kinderbijslag worden de kinderen geacht bij de moeder te wonen.
2.3. Wettelijke aansprakelijkheid
De moeder zal de kinderen op haar polis tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd houden.
Artikel 3. De zorgregeling
3.1 Dagelijkse zorg
Gedurende de tijd dat de kinderen bij de moeder verblijven is zij verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg; gedurende de tijd dat de kinderen bij de vader verblijven is hij verantwoordelijk. Zaken als lichamelijke verzorging, het dagritme, thuiskomtijden, bedtijd, zullen partijen ieder voor zich bepalen en vervolgens zonodig met de kinderen afstemmen, waarbij er ruimte is voor ieders opvattingen.
Indien partijen fundamenteel met elkaar van mening blijken te verschillen omtrent de invulling van een of meerdere van deze zorgtaken, dan zullen zij deze aan een van hen ter beslissing opdragen, waarbij de andere ouder een respectvolle houding zal innemen.
De andere ouder zal de lijn die de verzorgende ouder heeft neergelegd in de tijd dat de kinderen bij de andere ouder doorbrengen zo veel als mogelijk voortzetten en in ieder geval niet bewust doorkruisen of afbreken.
II Beslissingen omtrent belangrijke aangelegenheden die voor een kind een nieuwe periode inluiden of anderszins van invloed zijn op kwaliteit van het leven
Artikel 4. De school
4.1. Schoolkeuze
Een keuze voor een (type) school maken de ouders tezamen met het kind, waarbij de ouders in gezamen-lijk overleg met elkaar zullen beslissen.
4.2. Ouderavonden en openbare bijeenkomsten
De moeder en de vader zullen afzonderlijk van elkaar 10-minuten gesprekken voeren. Ze zullen elkaar in de gelegenheid stellen afzonderlijk contact met de school te onderhouden, zulks in overleg met of op aanwijzing van de betreffende schoolleiding. Overige bijeenkomsten zoals informatieavonden of feestelijke vieringen worden door beide ouders bijgewoond.
4.3. Rapporten/schoolinformatie
De ouder die de rapporten of andere schoolinformatie ontvangt zal deze ter kennisname doorleiden naar de andere ouder. Belonend of bestraffend gedrag zullen de ouders met elkaar afstemmen, waarbij de stem van de dagelijks verzorgende ouder beslissend zal zijn
Artikel 5. Medische aangelegenheden
5.1 Acute problemen
Ingeval zich een acuut medisch probleem voordoet zal de ouder onder wiens hoede het kind op dat moment is de noodzakelijke maatregelen treffen en de andere ouder terstond via de mobiel, dat wil zeggen zo spoedig als de omstandigheden dat mogelijk maken, informeren.
5.2 Beslissingen omtrent zaken die niet acuut zijn
Beslissingen omtrent kleinere medische aangelegenheden neemt de moeder na overleg met de vader. De moeder houdt de regie en zal de vader zo spoedig mogelijk informeren per mail of mobiel, zo mogelijk vooraf.
5.3. Toegang tot het kind dat ziek is/verpleegd wordt
De ouders zullen er over en weer voor zorgen dat zij afhankelijk van de omstandigheden, tezamen of afzonderlijk rechtstreeks contact zullen kunnen onderhouden met het kind dat ziek is of verpleegd wordt.
Artikel 6. Overige aangelegenheden
6.1 . Zaken die zich aandienen waarvan aangenomen mag worden dat deze van bijzondere aard zijn, dan wel een nieuwe periode in het leven van het kind inluiden, zullen steeds zo mogelijk tijdig vooraf onderwerp van overleg tussen de ouders vormen.
6.2 . De vader stemt in met de aanschaf van identiteitskaarten door de moeder voor de kinderen. De kinderen worden niet bijgeschreven op de paspoorten van één of beide ouders. De identiteitskaarten kunnen door beide ouders gebruikt worden.
Artikel 7. Zorgmodel
./. Als bijlage aan dit convenant is een Zorgmodel gehecht dat de verantwoordelijkheid voor de ouder(s) aangeeft per onderwerp.
Beide ouders zullen zich gedragen conform het model en met name de rol die de andere ouder is toe bedeeld zorgvuldig respecteren.
Wanneer een ouder vindt dat het model op één of meerdere punten niet voldoet stelt deze ouder dat terstond schriftelijk aan de orde bij de andere ouder onder opgave van redenen. Zo mogelijk wordt een voorstel tot wijziging bijgevoegd.
De andere ouder reageert schriftelijk en met redenen omkleed binnen veertien dagen.
Blijft er verschil van inzicht dan treedt de proce-dure als omschreven in artikel 10 in werking.
III Contact met de ouders
Artikel 8. Contact van het kind met de ouders (frequentie)
8.1 Het kind is gerechtigd tot contact en omgang met de ouders.
8.2 De ouders hebben uit praktische overwegingen omtrent deze omgang het navolgende afgesproken:
- [kind 1] en [kind 2] zijn de ene week van vrijdagmorgen 8.00 uur tot zondagavond 19.00 uur bij de vader en de andere week op vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur bij de vader. [kind 3] gaat tot de zomer van 2005 de ene week van vrijdagmorgen 8.00 uur tot zaterdagavond 19.00 uur naar de vader en de andere week op vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur naar de vader. Na de zomervakantie van 2005 zal [kind 3] helemaal mee gaan in het ritme van haar oudere zussen.
- Het kind krijgt de gelegenheid ook tussendoor contact met de andere ouder te hebben dan waar ze op dat moment verblijft. Zo begeleiden de ouders momenteel om en om de wekelijkse zwemlessen begeleiden op dinsdag.
- Voorts heeft het kind er recht op een deel van de vakanties en feestdagen bij de ouders door te brengen. In beginsel gaat het hierbij om de helft van de vakanties en feestdagen. (Zie voor de precieze uitwerking het aangehechte Zorgmodel).
- [kind 3] wordt tot haar vierde verjaardag niet alleen gelaten met de nieuwe partner van de vader.
- Wanneer de vader bijvoorbeeld voor zijn werk tijdelijk in het buitenland verblijft of vanwege andere redenen niet aanwezig kan zijn vindt geen omgang plaats. In overleg wordt den omgang verzet naar een tijdstip waarop de vader wel aanwezig kan zijn.
De ouders zullen binnen twee weken na de zomervakantie een roostervoorstel doen voor de herfst- en de kerstvakantie. Binnen twee weken na de kerstvakantie worden afspraken gemaakt voor de overige vakanties en feestdagen tot en met de zomervakantie. De andere ouder zal schriftelijk binnen drie weken reageren, eventueel met een tegenvoorstel.
Komen partijen niet tot overeenstemming, dan treedt de geschillenregeling als bedoeld in artikel 10 in werking.
IV Inhoud ouderschap
Artikel 9. Respectvol ouderschap
9.1. De ouders blijven ouders van het kind.
Termen als vader/moeder/papa/mama blijven gereserveerd voor de ouders en zullen niet aan een ander worden vergeven, behoudens met uitdrukkelijke instemming van de andere ouder.
9.2. Boodschappen omtrent het kind/de gezinssituatie of wijzigingen die (gaan) optreden zullen de ouders steeds eerst aan elkaar overbrengen zonder tussenkomst van de kinderen.
9.3 Signalen van de kinderen omtrent de andere ouder worden door en tussen de ouders afgestemd zonder de kinderen daar verder mee te belasten.
9.4. De ouders zullen elkaar naar de kinderen toe zo veel als mogelijk ondersteunen in ieders rol ten aanzien van de kinderen, juist ook wanneer er ogenschijnlijk fouten gemaakt worden of zich problemen aandienen.
V Wat te doen bij geschillen
Artikel 10. Geschillenregeling
10.1. Bemiddeling
Indien zich een geschil aandient waar de ouders samen niet uitkomen, geniet het de voorkeur dat de ouder, die het geschil behandeld wenst te zien in eerste instantie met goedvinden van de andere ouder de bemiddeling inroept van mw. drs. J.A.M. Hendriks, scheidingsbemiddelaar aangesloten bij de NMI of een andere bij de NMI of VFAS aangesloten bemiddelaar.
10.2. Procedure bij de Rechtbank
Ingeval er geen bemiddeling plaatsvindt of bemiddeling geen uitkomst biedt zal de ouder die het aan-gaat het geschil aanhangig maken bij de bevoegde rechter.
Aldus overeengekomen en ondertekend in drievoud
te op
[verweerster]
te op
[verzoeker]
te op
Mw. drs. J.A.M. Hendriks