Uitspraak
1.SUNFIELD BEHEER B.V.
2.VAN ZESSEN CLAER B.V., gevestigd te Leiden, geïntimeerden,
"De ondergetekende(...), notaris gevestigd te Rijnsburg, verklaart dat het registergoed, bij vorenstaande akte vervreemd, in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten is opgenomen in een aanwijzing ex artikel 8 van die wet. Nu die vervreemding echter plaatsvindt ingevolge een overeenkomst gesloten met een pachter ingevolge het bepaalde in Hoofdstuk I paragraaf 9A van de Pachtwet kan verkoper tot vervreemding overgaan zonder de gemeente in de gelegenheid te stellen het desbetreffende goed te kopen conform het bepaalde in artikel 10 lid 2 sub f van de Wet voorkeursrecht gemeenten."
allerechtshandelingen die zijn verricht met de kennelijke strekking afbreuk te doen aan een gemeentelijke voorkeurspositie. Immers, er zijn geen nietig te verklaren transacties limitatief opgenomen, terwijl evenmin is aangegeven dat bepaalde rechtshandelingen van het bereik van dit artikel zijn uitgesloten. Voorts is niet expliciet aangegeven dat artikel 26 niet ziet op transacties waarbij vervreemding plaatsvindt en evenmin is in de Wvg een bepaling opgenomen die regelt dat artikel 26 uitsluitend geldt wanneer artikel 24 (en eventuele andere, algemeen geldende, acties) geen toepassing kan vinden. Dat artikel 26 blijkens de wetsgeschiedenis is geschreven voor alle gevallen waarin artikel 24 niet werkt en de wetgever daarbij in het bijzonder heeft gedacht aan die gevallen waarin artikel 24 niet kan werken omdat er geen vervreemding van het goed plaatsvindt, betekent niet dat artikel 26 niet ook werking kan en moet hebben in die gevallen waarin het bepaalde in artikel 24 de vervreemding had kunnen voorkomen doch dat niet heeft bewerkstelligd.
"de pachter wiens pachtovereenkomst geldt voor ten minste de wettelijke duur dan wel is aangegaan voor een kortere duur, doch nadien voorzes
jaren is verlengd enzo
nodig is goedgekeurd."Alleen deze pachter heeft een pachtervoorkeursrecht. Zoals de Pachtkamer van het hof te Arnhem op 14 juli 1975 reeds heeft beslist (De Pacht 1976, nr. 3305, p.251 e.v.), zijn mondelinge pachtovereenkomsten niet voor "tenminste de wettelijke duur" aangegaan. Pachters, wier pachtovereenkomsten niet schriftelijk zijn vastgelegd of niet ter goedkeuring bij de grondkamer zijn ingezonden, hebben daarom geen voorkeursrecht van koop. Hetzelfde geldt voor onderpachters.
"De ontwikkeling van plannen voor het gebied rond en op het huidige vliegveld Valkenburg en alles wat daarmee samenhangt of daartoe bevorderlijk kan zijn."Van Zessen Claer is pas in mei 2002 opgericht, toen al geruime tijd bekend was dat er plannen waren om het gebied rond Valkenburg in de toekomst niet meer voor agrarische doeleinden, maar voor woningbouw te bestemmen. Sunfield en Van Zessen Claer hadden geen schriftelijke toestemming van de verpachter ( [X] ) voor de onderpacht. Van Zessen Claer heeft de aan haar verpachte gronden ook nimmer zelf voor agrarische doeleinden in gebruik gehad. Voorts zijn de gronden aan Van Zessen Claer verkocht op de dag waarop Sunfield de percelen op grond van haar pachtervoorkeursrecht van [X] kon verkrijgen.