ECLI:NL:GHSGR:2005:1110
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- S.A. Boele
- A.V. van den Berg
- G. Dulek Schermers
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad van de Staat jegens Alpha Kledingreinigingsbedrijf B.V. door vervroeging van verbod op gebruik van R113
In deze zaak staat de vraag centraal of de Staat onrechtmatig heeft gehandeld jegens Alpha Kledingreinigingsbedrijf B.V. door het vervroegen van het verbod op het gebruik van reinigingsmachines voor textiel met het oplosmiddel R113. Alpha, dat sinds 1980 actief is in de chemische wasserijbranche, heeft haar bedrijfsvoering gebaseerd op het gebruik van R113. Na internationale afspraken over de bescherming van de ozonlaag, heeft de Staat in 1990 een besluit genomen dat het gebruik van R113 tot 31 december 1998 toestond. Echter, in 1994 werd dit besluit gewijzigd, waardoor het verbod op het gebruik van R113 al per 1 januari 1995 inging. Alpha heeft de Staat aangeklaagd, stellende dat deze wijziging onrechtmatig was en dat zij hierdoor schade heeft geleden.
De rechtbank oordeelde in eerdere vonnissen dat Alpha mocht vertrouwen op het oorspronkelijke besluit en dat de vervroeging van het verbod onrechtmatig kon zijn, mits Alpha schade had geleden door deze wijziging. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld. Het hof concludeert dat de Staat niet onrechtmatig heeft gehandeld, omdat Alpha onvoldoende bewijs heeft geleverd van schade die zij heeft geleden door de vervroeging van het verbod. Het hof stelt vast dat Alpha op de hoogte was van de mogelijkheid van een verbod en dat de termijn van vier jaar voor de invoering van het verbod niet onredelijk was. Bovendien heeft Alpha niet aangetoond dat zij investeringen heeft gedaan die haar in een nadelige positie hebben gebracht.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van Alpha af. Alpha wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, zowel in het principaal als in het incidenteel appel.