ECLI:NL:GHSGR:2005:1109

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
27 oktober 2005
Publicatiedatum
27 maart 2017
Zaaknummer
C 04/1701
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Fasseur-van Santen
  • Kiers-Becking
  • Kamminga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor auteursrechtinbreuk door stichting in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof te ’s-Gravenhage op 27 oktober 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen de stichting STICHTING NIEUW RECHTS en een geïntimeerde, die schadevergoeding vorderde wegens inbreuk op auteursrechten. Het hof verwijst naar een eerder tussenarrest van 16 juni 2005, waarin werd vastgesteld dat Nieuw Rechts niet voldoende zorgvuldig heeft gehandeld door de aanbieder van de foto’s niet te vragen naar de maker en door de foto’s op haar website te gedogen zonder maatregelen te nemen voor verwijdering. Hierdoor werd Nieuw Rechts in beginsel aansprakelijk geacht voor de schade die de geïntimeerde had geleden.

Het hof heeft in zijn beoordeling overwogen dat de geïntimeerde schadevergoeding vorderde op basis van gederfde winst en immateriële schade, maar dat hij niet voldoende onderbouwd had welke bedragen hij ter zake had geleden. Het hof heeft vastgesteld dat de schade niet kon worden begroot op basis van de door de geïntimeerde gepresenteerde richtprijzen, omdat deze niet meer beschikbaar waren. Desondanks heeft het hof geoordeeld dat de geïntimeerde schade had geleden en heeft de totale schadevergoeding geschat op € 2.000,--, met bijkomende buitengerechtelijke kosten van € 357,--.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd voor zover Nieuw Rechts was veroordeeld tot betaling van een hoger bedrag, maar heeft het vonnis voor het overige bekrachtigd. Nieuw Rechts werd als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van partijen in auteursrechtelijke geschillen en de noodzaak van zorgvuldigheid bij het gebruik van beschermde werken.

Uitspraak

Uitspraak: 27 oktober 2005
Rolnr. 04/1701
Rolnr.rb. 549726
Het Gerechtshof te ’s-Gravenhage, kamer M C-5, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van:

de stichting STICHTING NIEUW RECHTS,

gevestigd te Rotterdam,
appellante,
hierna ook te noemen: Nieuw Rechts,
advocaat: mr R.Th.R.F. Carli,
tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr E. Grabandt.

Het geding

Het hof verwijst naar zijn in deze zaak gewezen tussenarrest van 16 juni 2005. Ingevolge dat arrest hebben partijen ieder een akte genomen.
Partijen hebben vervolgens hun processtukken overgelegd en arrest gevraagd.

Beoordeling van het hoger beroep

1. Overgenomen wordt hetgeen in voormeld tussenarrest is overwegen.
2. In dat arrest heeft het hof overwogen, samengevat, dat Nieuw Rechts niet voldoende zorgvuldig is geweest door de aanbieder van de foto’s niet te vragen wie de maker daarvan was en verwijtbaar heeft gehandeld door maandenlang de foto’s die op de forumpagina van haar website verschenen te gedogen en maatregelen ter onmiddellijke verwijdering achterwege te laten en derhalve in beginsel aansprakelijk is voor de door [geïntimeerde] geleden schade.
3. Voor zover Nieuw Rechts bij akte verwijst naar haar stellingen in de memorie van grieven betreffende de inbreuk op de auteursrechten van [geïntimeerde] en de goede trouw, wordt verwezen naar hetgeen dienaangaande is overwogen in het tussenarrest. Het hof acht geen gronden aanwezig om op zijn daarin vervatte eindbeslissingen terug te komen. Ook overigens geeft hetgeen door Nieuw Rechts wordt aangevoerd geen reden haar niet aansprakelijk te achten jegens [geïntimeerde]. Derhalve gaat het hof thans uit van de aansprakelijkheid van Nieuw Rechts jegens [geïntimeerde].
Nieuw Rechts betwist verder dat is aangetoond dat de foto’s nieuwswaarde hadden/hebben, dat er sprake is gederfde winst en/of (ander) feitelijk nadeel en voert aan dat zij een ideële politieke organisatie is zonder winstoogmerk.
Nieuw Rechts voert (subsidiair) aan dat de prijs van de foto’s lager is dan de door [geïntimeerde] berekende prijs van € 381,75 per foto.
4. In het tussenarrest is overwogen dat het door [geïntimeerde] gevorderde bedrag ter zaken van schadevergoeding bestaat uit driemaal € 381,75 (de gebruikelijke vergoeding per foto) vermenigvuldigd met een factor 300%, een en ander overeenkomstig de Algemene Voorwaarden van de Fotografenfederatie (en de NVJ).
Niet weersproken is dat de Fotografenfederatie (en de NVJ) inmiddels geen richtprijzen meer bekend maakt.
5. Het hof is van oordeel dat de litigieuze foto’s weliswaar geen actuele nieuwswaarde hebben maar dat zij ook thans waarde bezitten. Nu [geïntimeerde] geen winstafdracht maar schadevergoeding heeft gevorderd, zal worden nagegaan of de schade kan worden begroot, hetgeen dient te geschieden op de wijze die het meest met de aard van de schade in overeenstemming is. Bij inbreuk op auteursrecht is in beginsel plaats voor vergoeding van gederfde winst wegens gederfde royaltyvergoeding, wegens gemist debiet, wegens prijsbederf en gemiste parallelafzet, voor vergoeding van waardevermindering van het auteursrecht en immateriële schade. Nu [geïntimeerde] weliswaar stelt dat in casu de relevante schadeposten zijn gederfde winst wegens gederfde gebruiksvergoeding, gederfde winst wegens gemist debiet, waardevermindering van het auteursrecht en immateriële schade
maar niet aannemelijk heeft gemaakt welke bedragen hij ter zake van deze schadeposten heeft geleden en hij volstaat met een (abstracte) berekening overeenkomstig de richtprijzen van de Fotografenfederatie (en de NVJ), kan de schade niet worden begroot en zal deze worden geschat.
Het hof acht aannemelijk dat [geïntimeerde] schade heeft geleden bestaande in gederfde winst wegens gemist debiet, waardevermindering en immateriële schade, nu zulks mede gelet op de omstandigheden van het geval (zie de memorie van antwoord op bladzijde 9/10) door Nieuw Rechts onvoldoende is weersproken. [geïntimeerde] gaat er voorts van uit dat hij winst heeft gederfd. Voor zover [geïntimeerde] dit baseert op een gederfde gebruiksvergoeding, wordt dit door het hof als uitgangspunt verworpen, daar uit de eigen stellingen van [geïntimeerde] niet zonder meer volgt dat hij nimmer een licentie aan Nieuw Rechts ter zake van de foto’s zou hebben verleend. Indien dit laatste het geval zou zijn geweest, had [geïntimeerde] wel een gebruiksvergoeding (niet zijnde gederfde royalties) kunnen vorderen. Voor zover [geïntimeerde] aan de gevorderde schadevergoeding ten grondslag legt gederfde winst wegens gederfde royalties en tevens winstafdracht vordert, is de winstafdracht zonder nadere toelichting onvoldoende onderbouwd.
Het hof zal evenwel bij het schatten van de schade mede rekening houden met gederfde royalties, naast gederfde winst wegens gemist debiet, waardevermindering van het auteursrecht en immateriële schade. Gelet hierop schat het hof de (totale) schadevergoeding op een bedrag van € 2.000,--, welk bedrag redelijk wordt geacht. De buitengerechtelijke kosten worden uitgaande van deze hoofdsom overeenkomstig de staffel kantonrechter bepaald op € 357,--.
6. Aan het bewijsaanbod van partijen gaat het hof voorbij, nu dit in het licht van het voorgaande telkens niet ter zake dienende is dan wel onvoldoende is gesubstantieerd en/of gespecificeerd.
7. Uit het voorgaande vloeit voort, dat de grieven 2 en 3 deels slagen en dat het arrest niet in stand kan blijven maar uitsluitend voor zover dit betreft het toegewezen bedrag aan schadevergoeding. Dienaangaande zal worden beslist als na te melden.
Nu het toe te wijzen bedrag hoger is dan het door Nieuw Rechts reeds betaald bedrag, zal haar vordering tot terugbetaling worden afgewezen.
Het hof zal Nieuw Rechts als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij verwijzen in de kosten van het hoger beroep.

Beslissing

Het hof:
in het incident:
vernietigt het vonnis waarvan beroep doch uitsluitend voor zover Nieuw Rechts daarbij is veroordeeld tot betaling van € 3.885,75, te vermeerderen met de wettelijke rente;
en te dien aanzien opnieuw rechtdoende:
  • veroordeelt Nieuw Rechts om aan [geïntimeerde] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 2.357,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.000,- vanaf 20 februari 2004 tot de dag der algehele voldoening;
  • wijst af de vordering ter zake van schadevergoeding voor het overige;
bekrachtigt het vonnis voor het overige;
rechtdoende ten aanzien van de vordering van Nieuw Rechts in hoger beroep;
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Nieuw Rechts tot betaling van de kosten van het geding in hoger beroep, welke aan de zijde van [geïntimeerde] tot op deze uitspraak worden begroot op € 1.058,50.
Dit arrest is gewezen door mrs Fasseur-van Santen, Kiers-Becking en Kamminga, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 oktober 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.