ECLI:NL:GHSGR:2004:AQ4665
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Dusamos
- A. Kok
- J. Mulder
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, ging het om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. De uitspraak vond plaats op 21 juli 2004. De vrouw, vertegenwoordigd door procureur mr. W.P. den Hertog, en de man, vertegenwoordigd door procureur mr. V.K.S. Budhu Lall, dienden hun verzoeken in bij het hof. De vrouw verzocht om de toewijzing van verschillende goederen, waaronder een woning en een perceel bouwgrond, terwijl de man ook aanspraak maakte op een deel van de huwelijksgoederengemeenschap.
Het hof heeft de waarde van de verschillende goederen vastgesteld, waaronder de waarde van de woningen en de bijbehorende hypotheken. De vrouw stelde dat de waarde van de woning in Suriname € 29.934,50 was, terwijl de man een hogere waarde voorstelde. Het hof heeft uiteindelijk besloten om de woning aan de vrouw toe te wijzen voor een bedrag van € 30.865,-, met een verrekening van de helft aan de man. Daarnaast werd het perceel bouwgrond aan de man toegewezen voor een bedrag van € 35.467,98, met eveneens een verrekening aan de vrouw.
De uitspraak bevatte ook bepalingen over de verdeling van spaarrekeningen, schulden en huurpenningen. Het hof oordeelde dat de schulden niet in goederenrechtelijke zin konden worden verdeeld en dat de man en de vrouw ieder hun eigen deel van de schulden moesten voldoen. Uiteindelijk werd de man veroordeeld om aan de vrouw een bedrag van € 2.301,49 te betalen ter zake van overbedeling. De beschikking werd uitgesproken ter openbare terechtzitting en is een belangrijke uitspraak in het kader van het civiele recht en het personen- en familierecht.