ECLI:NL:GHSGR:2004:AP0118
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Biemond
- Van Lingen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur inzake de voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 26 februari 2004 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende X tegen de uitspraak van de Inspecteur, de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst P, betreffende de voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 februari 2004 in Dordrecht, waar beide partijen aanwezig waren.
Belanghebbende, die op 28 oktober 2001 de leeftijd van 65 jaar bereikte, had een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 43.728 voor het jaar 2001. De Inspecteur had op 6 juni 2002 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd van € 2.238, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, waarbij de kern van het geschil lag in de vraag of het gecombineerde heffingspercentage correct was toegepast bij het bepalen van de gecombineerde inkomensheffing.
Het Hof oordeelde dat de aanslag juist was vastgesteld en dat de grieven van belanghebbende niet konden leiden tot een ander oordeel. De rechter benadrukte dat de beoordeling van de innerlijke waarde of billijkheid van de wet niet aan de rechter is voorbehouden, en dat een beroep op de hardheidsclausule niet door de belastingrechter kan worden voorgelegd. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak werd op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken door mr. Biemond, in tegenwoordigheid van waarnemend griffier Van Lingen. Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk, maar partijen kunnen verzoeken om een schriftelijke uitspraak ter vervanging van de mondelinge uitspraak.